Bewaring van wachtverslagen binnen de huisartsenwachtpost

29 jan 2015

Hoelang moeten wachtverslagen binnen een huisartsenwachtpost bewaard worden? De Nationale Raad van de Orde der Geneesheren boog zich over deze vraag van de Federale Raad voor Huisartsenkringen (FRHAK) en formuleerde een advies.

mappen grWanneer een patiënt naar een huisartsenwachtpost gaat, is het contact dat hij met de dienstdoende huisarts heeft in principe eenmalig. In het wachtverslag neemt de huisarts de redenen op waarom de patiënt op raadpleging komt en beschrijft hij ook gedetailleerd de behandeling van de patiënt. Het doel van het wachtverslag is dubbel. Het waarborgt in de eerste plaats de continuïteit van de zorg en het kan bewijsmateriaal zijn wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een arbeidsongeval, een ongeval waarbij derden betrokken zijn of bij een medisch ongeval. Verder zijn de gegevens in het wachtverslag noodzakelijk voor de redactie van de wettelijk verplichte jaarlijkse rapportering van de kring bij de FOD Volksgezondheid. Het wachtverslag moet worden doorgestuurd aan de huisarts van de patiënt (tenzij de patiënt zich daartegen verzet) en aan de wachtdoende huisarts die de raadpleging heeft verricht. Indien gewenst, heeft de patiënt recht op een afschrift van het verslag.

De Federale Raad voor Huisartsenkringen (FRHAK) wilde van de Nationale Raad van de Orde weten hoe lang dit wachtverslag binnen de huisartsenwachtpost bewaard moet worden om de continuïteit en de kwaliteit van de zorg te waarborgen in geval de patiënt zich opnieuw zou aanmelden bij dezelfde wachtpost. Dit probleem stelt zich vooral in grotere steden waar heel wat patiënten niet over een vaste huisartsen blijken te beschikken, maar wel veelvuldig een beroep doen op de wachtpost. De Orde raadt wachtdoende huisartsen aan de patiënt aan te sporen een vaste huisarts te kiezen met het oog op een optimale behandeling op lange termijn. Dat neemt niet weg dat de wachtpost de meest kwaliteitsvolle zorg moet aanbieden. Daarom is het in het belang van de patiënt dat de wachtdoende huisarts de verslagen kan inkijken die eerder voor dezelfde patiënt werden opgesteld, bijvoorbeeld om na te gaan of er sprake is van een allergische reactie tegen bepaalde geneesmiddelen of wanneer de patiënt met een steeds weerkerend gezondheidsprobleem naar de wachtpost komt. Volgens de Nationale Raad zou het ideaal zijn dat de huisarts van wacht toegang heeft tot het SUMEHR (summarized electronic record) van de patiënt.

De Nationale Raad is bijgevolg van oordeel dat de bewaring van het wachtverslag door de medische wachtpost en de toegang ertoe door de wachtdoende artsen die een therapeutische relatie hebben met de patiënt, noodzakelijk zijn vanuit deontologische gezichtshoek. Het feit dat de wachtpost het verslag bewaart, ontslaat de vertrouwde huisarts niet van zijn verplichting dit verslag eveneens te bewaren. Bij de bewaring en de consultatie van de gegevens, moeten steeds de regels in verband met de bescherming van de privacy en de persoonlijke levenssfeer in acht genomen worden.