Betere vergoeding voor pijnstillers

Vanaf 1 januari 2022 vereenvoudigt de vergoeding voor analgetica en pijnstillers, waarop ongeveer 232 000 patiënten recht hebben. Voortaan worden ze enkel behouden in Hoofdstuk IV.

Ongeveer 232 000 patiënten met chronische pijn hebben recht op een vergoeding van hun analgetica. Momenteel gebeurt de terugbetaling op basis van twee verschillende systemen, ofwel via het Koninklijk Besluit van 2007, ofwel via Hoofdstuk IV van de farmaceutische specialiteiten. De twee systemen hebben een verschillende impact op de prijs en de duur van de toelating. Vanaf 1 januari vereenvoudigt de vergoeding en wordt ze enkel behouden via Hoofdstuk IV.

De wijziging heeft concreet alleen gevolgen voor patiënten voor wie de toestemming voor terugbetaling beperkt is tot één jaar. Dat zijn de patiënten van wie de pijnstillers worden vergoed op basis van het Koninklijk Besluit van 3 juni 2007. Dit KB is vanaf 1 januari 2022 niet langer in voege. Patiënten die onder deze regeling vallen, moeten voor 1 januari hun huisarts raadplegen omdat de huidige goedkeuring vervalt op 1 januari. De huisarts moet een nieuwe toelating aanvragen bij de adviserend arts van het ziekenfonds. Zonder deze toelating heeft de patiënt geen recht meer op terugbetaling vanaf 1 januari 2022. 

De nieuwe goedkeuring is levenslang geldig en zorgt bovendien voor goedkopere pijnstillers. Voortaan worden ze aan 75% terugbetaald. Vandaag is dat 20%. Concreet zakt de prijs van gemiddeld 10 euro tot 1,09 à 2,09 euro. Ook de verpakking wijzigt. Gezien het hier om chronische pijn gaat, wordt het formaat van de dozen vergroot.

Huisartsen wordt aangeraden zo snel mogelijk raadplegingen te plannen voor patiënten die een machtiging voor één jaar hebben. De patiënten krijgen ook via hun ziekenfonds de vraag om hun GMD-houdende huisarts te raadplegen. Om ervoor te zorgen dat de patiënt vergoed blijft, is het noodzakelijk het voorschrift van terugbetaalbare specialiteiten aan te passen. Het Riziv raadt aan op stofnaam voor te schrijven of onderstaande verpakkingen voor te schrijven:

ALGOSTASE MONO 1 g 120 tabletten
ALGOSTASE MONO 1 g 60 zakjes 1 g poeder voor drank
ALGOSTASE MONO 1 g 90 tabletten
ALGOSTASE MONO 1 g 60 bruistabletten
ALGOSTASE MONO 500 mg 100 tabletten
PARACETAMOL EG 1000 mg     120 filmomhulde tabletten
PARACETAMOL EG 500 mg 120 filmomhulde tabletten (blisterverpakking)
PARACETAMOL MYLAN 500 mg 100 tabletten
PARACETAMOL SANDOZ 1 g 120 tabletten
PARACETAMOL SANDOZ 1 g 60 tabletten
PARACETAMOL SANDOZ 1 g 100 tabletten (fles)
PARACETAMOL TEVA     1 g 90 tabletten
PARACETAMOL TEVA 1 g 100 tabletten
PARACETAMOL TEVA 1 g 120 tabletten
PARACETAMOL TEVA 500mg 100 tabletten (blisterverpakking)


Filip Ceulemans

Kanttekening over behandeling van chronische pijnpatienten:

In tegenstelling tot onze verwachting leidt langdurige gebruik van pijnmedicatie tot een afname in de werkzaamheid van de pijnstiller zelf en ook tot een afname van de pijninhibitie door onze hersenen. Hierdoor moet op den duur vaak sterkere pijnmedicatie voorgeschreven worden om hetzelfde effect van de medicatie te genereren, maar wordt tegelijk het zenuwstelsel ook overgevoeliger. Langdurige pijnmedicatie leidt vaak tot een toename van pijn in plaats van een reductie. Daarom moet ook ingezet worden op niet-medicamenteuze behandelingen.

Zie ook de richtlijn Aanpak van chronische pijn in de eerste lijn

Emy Kool
Expertisedomeinverantwoordelijke Chronische zorg