Beperk codeïne bij verkouden kinderen

20 mrt 2015

Het Risicobeoordelingscomité voor Geneesmiddelenbewaking (PRAC, Pharmacovigilance Risk Assessment Committee) van het Europees Geneesmiddelenagentschap formuleerde tijdens de vergadering van begin maart een aanbeveling over het gebruik van codeïne bij de behandeling van hoest en verkoudheid bij kinderen.

De aanbeveling van het PRAC gaat duidelijk in de richting van een beperking van het gebruik van geneesmiddelen die codeïne bevatten bij de behandeling hoest en verkoudheid bij kinderen. Het risico op ernstige bijwerkingen van deze geneesmiddelen is volgens het comité immers te groot. De specifieke aanbeveling va het PRAC bestaat uit drie delen:

  • Er moet een contra-indicatie komen voor codeïne voor kinderen onder twaalf jaar. Dit betekent dat codeïne niet mag gebruikt worden voor deze patiëntengroep.
  • Het gebruik van codeïne voor hoest en verkoudheid wordt niet aanbevolen voor kinderen en adolescenten tussen twaalf en achttien jaar die problemen hebben met de ademhaling.
  • Alle vloeibare vormen van codeïne bevattende geneesmiddelen moeten beschikbaar zijn in kindveilige verpakkingen om zo accidentele inname te verhinderen.

De effecten van codeïne zijn toe te schrijven aan de omzetting in het lichaam naar morfine. Bij sommige mensen verloopt de omzetting sneller dan normaal, wat zorgt voor een hoog morfinegehalte in het bloed. Dat kan op zijn beurt leiden tot ernstige bijwerkingen zoals ademhalingsproblemen. Deze problemen kunnen optreden bij alle leeftijdscategorieën, maar het PRAC oordeelt dat kinderen onder twaalf jaar een bijkomend risico lopen omdat de omzetting van codeïne naar morfine bij hen op een variabele en onvoorspelbare manier verloopt. Bovendien vindt het PRAC dat de bewijzen van de werkzaamheid van codeïne tegen hoest bij kinderen eerder beperkt zijn.

Het PRAC geeft nog als aanbeveling mee dat er best geen codeïne wordt gegeven aan patiënten waarvan men weet dat ze codeïne sneller dan normaal omzetten naar morfine (ultra-rapid metabolisers). Ook moeders die borstvoeding geven, krijgen best geen codeïne voorgeschreven omdat ze de codeïne via de moedermelk aan het kind kunnen doorgeven.