Belg is gezond, maar mentale gezondheid kan beter

17 feb 2022

Algemeen bekeken scoort de gezondheid van de gemiddelde Belg goed. Dat blijkt uit cijfers van het Health Status Report dat Sciensano deze week bekendmaakte. Op vlak van geestelijke gezondheid kan het echter een pak beter.

Sinds 2019 combineert Sciensano via het online Health Status Report de resultaten van verschillende studies en bronnen om in te schatten hoe gezond de Belgische inwoners zijn. “We werken het onlinerapport voortdurend bij met de meest recente gegevens om te antwoorden op de vraag hoe gezond de Belgische inwoners zijn”, zegt epidemioloog Brecht Devleesschauwer (Sciensano). Het kan zo een instrument zijn voor beleidsmakers om een adequaat gezondheidsbeleid te ontwikkelen en indien nodig snel bij te sturen. De cijfers fungeren voor Devleesschauwer ook als kanarie in de koolmijn. Ze geven niet alleen aan waar we vooruitgang boeken, maar ook waar we waakzaam moeten zijn. Op basis van de gegevens die Sciensano tot eind 2021 wist te verzamelen, blijkt het nogal mee te vallen met de gezondheid van de modale Belg. Uiteraard zijn er steeds verbeterpunten.

De Belg vindt zelf ook dat hij in blakende gezondheid verkeert. 77% van de Belgen beoordeelt de eigen gezondheid als goed tot zeer goed. Daarmee scoren we beter dan het gemiddelde in onze buurlanden. Opmerkelijk is wel dat meer dan één Belg op vier aangeeft ten minste aan één chronische aandoening te lijden (met als vaakst geciteerde lagerugaandoeningen, hoog cholesterolgehalte, hoge bloeddruk, allergie, artrose en nekaandoeningen). Dat belet voor een aantal onder hen niet te stellen dat ze een goede gezondheid hebben. Het subjectieve aanvoelen van de eigen gezondheid is enigszins in tegenstrijd met de levensverwachting. Die ligt in België immers lager dan het gemiddelde in de buurlanden. 

De Covid-19-pandemie zorgde er in één klap voor dat de levensverwachting in 2020 met één jaar daalde tot 80,8 jaar. Voor de pandemie (de cijfers dateren van 2018) waren bij mannen coronaire hartziekten, longkanker en cerebrovasculaire aandoeningen de belangrijkste doodsoorzaken. Bij vrouwen waren dat dementie, cerebrovasculaire aandoeningen en coronaire hartziekten. Het meest opmerkelijke, maar niet meteen verrassende cijfer is de achteruitgang van de mentale gezondheid sinds de uitbraak van de coronapandemie. In vergelijking met 2018 stelt Sciensano vast dat er vaker sprake is van angst- en depressieve stoornissen, en en dan vooral bij jongeren. De cijfers inzake zelfmoordgedachten en -pogingen baren Sciensano zorgen. Niet nieuw zijn de verschillen die worden vastgesteld tussen de regio’s en tussen mensen met een verschillende sociale status. Voor bijna alle indicatoren scoort Vlaanderen beter dan Brussel en Wallonië. Personen met een hoog opleidingsniveau scoren beter dan mensen met een laag opleidingsniveau.

Het Health Status Report focust ook op risicofactoren die een invloed hebben op onze gezondheid. Het beeld dat Sciensano hier schetst is erg verdeeld. Inzake roken blijft de evolutie in de goede richting gaan. 15% van de Belgen zegt dagelijks te roken. Dat is een percentage dat een pak lager ligt dan in 1997 (-40%). We scoren hier ook beter dan de buurlanden. Het alcoholverbruik daalt weliswaar, maar is volgens Sciensano toch nog steeds veel te hoog. In 2019 consumeerde de Belg gemiddeld 10,8 liter pure alcohol per jaar. 7,4% van de mannen 4,3% van de vrouwen geeft aan wekelijks overmatig alcohol te gebruiken (meer dan 21 consumpties voor mannen en meer dan 14 consumpties voor vrouwen). Verontrustend is het relatief hoge percentage jongeren (10%) dat zegt wekelijks “riskant te drinken bij één gelegenheid” (minstens zes consumpties).

Drie andere indicatoren die voor stuk samenhangen, blijven problematisch: overgewicht, te weinig beweging en slechte voedingsgewoonten. In 2019 had net niet de helft van de volwassen bevolking (49%) te kampen met overgewicht en leed 16% aan obesitas. De cijfers liggen waarschijnlijk nog hoger omdat steekproeven bij mensen thuis wijzen op 55% Belgen met overgewicht en 21% met obesitas. Amper drie volwassen Belgen op tien voldoet aan de WGO-norm om wekelijks minstens 150 minuten aan matige lichaamsbeweging te doen. 20% van de jongens en 13% van de meisjes tussen 11 en 18 jaar voldoet aan de WGO-aanbeveling om dagelijks 60 minuten fysieke activiteit te hebben. Het beeld van het Bourgondische België waar tafelen belangrijk is, wordt bevestigd door de cijfers van Sciensano: slechts13% van de bevolking ouder dan zes jaar volgt de voedingsrichtlijnen van de WGO die aanbeveelt om minstens vijf porties fruit en groenten per dag te eten. 

Filip Ceulemans