Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) stelde begin deze week het eerste deel voor de resultaten van de Vijfde Gezondheidsenquête die in 2013 werd uitgevoerd. Dit eerste deel slaat op gezondheid en welzijn en geeft enkele cijfers waar toch over nagedacht kan worden. We pikken er voor u enkele uit.
Een eerste opmerkelijke groep cijfers in de enquête is die van de subjectieve gezondheid. Hoe denken mensen zelf dat het met hun gezondheid gesteld is. Niet zo goed blijkt, want meer dan één persoon op vijf ouder dan 15 jaar (22,1%) geeft aan in slechte gezondheid te verkeren. Dat aantal neemt toe naargelang de leeftijd toeneemt. Bij de groep ouder dan 75 jaar geeft 56,4% aan in goede gezondheid te verkeren. Er bestaat ook een duidelijke samenhang tussen subjectieve gezondheid en sociale positie. Hoe lager geschoold, hoe vaker men aangeeft in slechte gezondheid te verkeren. Ook vrouwen geven globaal vaker aan in slechte gezondheid te verkeren dan mannen.
Meer dan één persoon op vier ouder dan 15 jaar (28,5%) geeft aan te lijden aan een chronische aandoening. In de Gezondheidsenquête werd dat gedefinieerd als 'een langdurige ziekte, langdurige aandoening of een handicap'. De meest voorkomende chronische aandoeningen bij mannen ouder dan 15 jaar zijn lage rugproblemen (18,7%), te hoge cholesterol in het bloed (16,3%) en hoge bloeddruk (15,6%). Bij de vrouwen wordt de top drie gevormd door lage rugproblemen (22,7%), artrose (21,2%) en hoge bloeddruk (17,3%). Kijken we naar de groep ouder dan 65 jaar, dan levert dat toch een enigszins ander beeld op. Bij de mannen is de top drie dan: hoge bloeddruk (35,5%), hoog cholesterolgehalte in het bloed (31,9%) en artrose (28,4%). Bij de vrouwen luidt de top drie: artrose (49,8%), hoog cholesterolgehalte in het bloed (38,2%) en hoge bloeddruk (38%). De chronische aandoeningen die tussen 1997 (eerste gezondheidsenquête) en 2013 het sterkst in aantal toenamen, zijn hoge bloeddruk, diabetes, artrose en schildklierlijden. Bij de 'dalers' zien we coronair hartlijden, chronisch longlijden, ernstige darmziekten, chronische blaasontsteking, ernstige hoofdpijn zoals migraine en chronische huidziekten.
De prevalentie van emotionele problemen (angststoornissen, depressieve gevoelens en slaapproblemen) is de voorbije vijf jaar sterk gestegen. De sterkste stijging - en dat is toch wel verontrustend - doet zich voor bij jongeren in de leeftijdscategorie van 15 tot 24 jaar. Eén vrouw op drie ouder dan 15 jaar heeft slaapproblemen (33%), terwijl ook depressieve gevoelens (18%), angststoornissen (13%) en eetstoornissen als anorexia en boulimie (10%) frequent voorkomen. Bij de mannen liggen de cijfers iets lager: slaapproblemen (26%), depressieve gevoelens (11%), angststoornissen (7%) en eetstoornissen (6%).
In de lijn van het voorgaande, peilde gezondheidsenquête ook naar het zelfmoordgedrag van de Belg. Zelfmoordgedachten en zelfmoordpogingen komen bij de bevolkingsgroep ouder dan 15 jaar evenveel voor bij mannen als bij vrouwen. De grootste risicogroep is die tussen 45 en 54 jaar. Positief is dan weer dat het aantal gerapporteerde zelfmoordpogingen niet is toegenomen in vergelijking met 2004 en 2008. 14% van de bevolking heeft ooit ernstig aan zelfmoord gedacht en 4,2% heeft ooit geprobeerd zelfmoord te plegen
Deze problemen leiden uiteraard tot de inname van psychotrope geneesmiddelen. Het gebruik hiervan stijgt naargelang ook de leeftijd toeneemt en ligt relatief hoger bij laagopgeleiden. Walen nemen meer antidepressiva (10%) dan Vlamingen en Brusselaars (elk 7%). Het globale aantal gebruikers van antidepressiva nam tussen 1997 en 2013 sterk toe: van 3,9% tot 7,6%.