Net in de week van Sinterklaas raakten de details van de begroting voor gezondheidszorg voor 2013 bekend. Veel lekkers zit er niet in voor huisartsen en specialisten. Een overzicht.

De Algemene Raad van het Riziv kreeg begin deze week de gedetailleerde begroting te zien zoals ze eind november door de regering Di Rupo werd goedgekeurd. De jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de gezondheidszorg wordt vastgelegd op 26.676.586.000 euro. De technische ramingen van het Riziv geven aan dat er een marge is van 4,576 miljoen euro ten aanzien van de genormeerde globale begrotingsdoelstelling.

Een eerste reeks maatregelen waarmee de regering uitpakt om te besparen, zijn maatregelen die eerder werden goedgekeurd (en waarvoor een budget was voorzien), maar die in 2013 toch niet zullen worden uitgevoerd. Daar zijn er wel een paar bij die de huisartsen rechtstreeks raken. Een eenmalige injectie van 46,450 miljoen euro in het Globaal Medisch Dossier verdwijnt in de ijskast. Daar krijgt het gezelschap van een bedrag van 10,331 miljoen euro voorzien voor de zorgtrajecten.

Honoraria

Komen we bij de besparingen zelf. In 2013 zal voor een bedrag van bijna 272 miljoen euro bespaard moeten worden. Daarvan komt 106 miljoen van de artsenhonoraria. Het gaat hier dan vooral om inhaalbedragen van overschrijdingen in 2012 door klinische biologie, medische beeldvorming, heelkunde, gynaecologie en forfaitaire bedragen. Ook de telematicapremie voor huisartsen valt onder dit item. Dat laatste is trouwens goed voor een besparing van 3 miljoen euro.

Een belangrijk punt wanneer besparingen ter sprake komen, is steeds de indexering. De regering behoudt de totale indexering (2,76%) voor de honoraria voor raadplegingen en huisbezoeken en voor de toezichtshonoraria. Voor de andere medische honoraria wordt slechts een beperkte indexering toegekend, wat een besparing van 82 miljoen oplevert. De volledige indexering kan weliswaar toegekend worden indien er compenserende besparingen gevonden worden voor een gelijkaardig bedrag.

Geneesmiddelen

Een sector waar – traditiegetrouw – ook fors in gesnoeid wordt, is de farmaceutische sector. Op 1 april 2013 zal de prijs van alle terugbetaalde farmaceutische specialiteiten met 1,95% verminderen. De farmaceutische bedrijven kunnen deze vermindering aanpassen en de prijzen van sommige producten meer laten dalen teneinde andere producten van de vermindering uit te sluiten. Om een eventueel pervers effect voor aan concurrentie onderworpen moleculen te vermijden, vooral in het kader van de verplichte afgifte van het goedkoopste geneesmiddel voor de voorschriften op stofnaam (Vos), zullen er voor sommige geneesmiddelencategorieën correctiemaatregelen worden vastgelegd. Dit alles moet een besparing opleveren van 52 miljoen euro. Door de vermindering van het volume voorgeschreven geneesmiddelen op voorschrift wordt bijkomend 6,2 miljoen euro bespaard.

Die vermindering van het volume wil de regering bereiken door elke voorschrijver een individuele feedback te geven. Nog in december van dit jaar komt die er voor de huisartsen. In het voorjaar van 2013 zijn de specialisten aan de beurt. De 'grote voorschrijvers' zullen opgeroepen worden om hun voorschrijfgedrag te verantwoorden. Daarmee gaat de regering verder op de weg die in 2009 werd ingezet met de maatregel tegen de 'outliers'.

Nog enkele maatregelen in de farmaceutische sector:

• de aanpassing van de regels in verband met de verplichte afgifte van het goedkoopste geneesmiddel voor de voorschriften of stofnaam (besparing: 1 miljoen euro)
• de techniek van het terugbetalingsmaximum die in 2012 werd aangewend voor de klasse van de antimaagzweermiddelen, zal ook op andere klassen toegepast worden (besparing: 11,25 miljoen euro)
• verpakkingen van farmaceutische producten moeten verkleind worden tot de gebruikelijke dosis (besparing: 26,7 miljoen euro)
• er komt een campagne die patiënten en zorgverstrekkers correct moet inlichten over de kwaliteit en het risicovrijgebruik van de huidige en toekomstige generische geneesmiddelen.

Initiatieven

De andere besparingen bevinden zich voornamelijk in de sector van de ziekenhuizen en zijn minder tastbaar voor huisartsen. In al deze besparingsdrift, ziet de regering toch nog twee initiatieven die op financiering mogen rekenen. Di Rupo I trekt een half miljoen euro uit om overeenkomsten af te sluiten met de begeleidingscentra voor vrouwen die het slachtoffer zijn van genitale verminkingen. Bijna 200.000 euro gaat naar de versterking van de epidemiologische opvolging op het vlak van aids en hiv.

Ook het Riziv zelf moet besparen. De administratiekosten van de instelling dalen volgend jaar met 13,375 miljoen euro.