mHealth, mobiele applicaties die verband houden met gezondheidszorg, zijn een echte hype. Met de nodige voordelen, maar ook een aantal gevaren. De Europese Raad van Ordes van Geneesheren stelde hierover recent een verklaring op.
Wie een smartphone heeft, is wellicht vertrouwd met het gegeven van mHealth, applicaties die inspelen op het welzijn en de gezondheid van de bezitter ervan. De Europese Raad van Ordes van Geneesheren zien mogelijkheden in deze toepassingen, maar wijzen in een recent advies ook op de mogelijke gevaren ervan. “Deze technologie kan het menselijk contact tussen een arts en zijn patiënt niet vervangen, maar biedt wel een aantal mogelijkheden om tot een betere gezondheidszorg te komen. Er moet dan wel werk gemaakt worden van een goede omkadering. Niet om de technologie af te remmen, wel om kwaliteit te garanderen.”
Daarom pleit de Europese Raad van Ordes van Geneesheren voor een Europees juridisch kader waarbinnen deze applicaties kunnen functioneren. Vooral voor applicaties die inspelen op diagnose, behandeling en verdere opvolging zijn strikte regels nodig. Artsen die gebruik maken van mHealth worden aangespoord om hun patiënten grondig te informeren over de noodzaak, het belang, de gevolgen en de draagwijdte van de gebruikte technologie. Belangrijk is daarbij dat de arts zich ervan verzekert dat de patiënt in staat is om de technologie op een gepaste manier te gebruiken. De informatie die de arts uit de applicatie haalt, moet in het dossier van de patiënt geïntegreerd worden. Uiteraard gelden ook hier alle regels in verband met privacy en beroepsgeheim.