Toevallig net in de week nadat het Centrum voor Huisartsgeneeskunde Antwerpen zijn veertigste verjaardag vierde, verdedigde Niels Adriaenssens er als 19e in de rij zijn doctoraat in de huisartsgeneeskunde. Hij vergeleek het voorschrijfgedrag van Europese huisartsen inzake antibiotica. Toevallig – alweer – net enkele dagen voor de vijfde Europese Antibioticadag (18 november) en de start van de twaalfde nationale campagne voor correct gebruik van antibiotica.
Vrijdag start de twaalfde nationale campagne voor correct gebruik van antibiotica en zondag vindt voor de vijfde maal de Europese Antibioticadag plaats. Een meer geschikt moment om een doctoraat te verdedigen dat net handelt over het voorschrijfgedrag van huisartsen in Europa inzake antibiotica is moeilijk denkbaar. Aan de Universiteit Antwerpen verdedigt Niels Adriaenssens vandaag (15 november) zijn proefschrift “Gebruik van antimicrobiële middelen in de ambulante praktijk in Europa”. In het eerste deel van zijn doctoraat bespreekt Niels Adriaenssens de resultaten van het European Surveillance of Antimicrobial Consumption (ESAC)-project, een project dat gedurende tien jaar geleid werd door Prof. Dr. Herman Goossens. Binnen ESAC werd naast het antibioticagebruik ook voor het eerst de consumptie van antischimmelpreparaten en antivirale middelen tussen landen vergeleken. Er bleek in Europa een opvallende variatie in het gebruik van antischimmel- en antivirale middelen. In België wordt per inwoner de grootste hoeveelheid antischimmelmiddelen gebruikt.
Moderne, statistische technieken maken een gedetailleerde analyse mogelijk van het totale ambulante antibioticagebruik en van de belangrijkste subgroepen van 1997 tot 2009. “We onderzochten trends in deze periode, seizoensvariatie, en veranderingen in samenstelling van het gebruik”, legt Adriaenssens uit. “Over de jaren heen is er in Europa voornamelijk een toegenomen gebruik van breedspectrum antibiotica zoals amoxicilline met clavulaanzuur, macroliden en chinolonen. Deze antibiotica treffen meer types bacteriën dan nodig om te genezen. Het antibioticagebruik is ook duidelijk seizoensgebonden, maar de seizoensvariatie daalt over de jaren heen. Dat zou kunnen wijzen op een verbetering van voorschrijfgedrag.”
Het tweede deel van het proefschrift onderzoekt de kwaliteit van het antibioticagebruik in Europa, op basis van een set van twaalf kwaliteitsindicatoren. “Een vergelijking van de kwaliteit van het antibioticagebruik in Europa tussen 2004 en 2009 op basis van deze kwaliteitsindicatoren gaf aan dat er nog altijd een belangrijke kloof bestaat tussen Noord- en Zuid-Europese landen. In Griekenland wordt bijvoorbeeld tot driemaal meer antibiotica geconsumeerd dan in Zweden . En ook het aandeel breedspectrum antibiotica is er bijna tweemaal zo groot. Dat aandeel is ook in België bijna 50%.“
Aangezien artsen meer nood hebben aan kwaliteitsindicatoren die rekening houden met de diagnose, ontwikkelde Adriaenssens een tweede set van kwaliteitsindicatoren. Deze indicatoren werden door 40 experts uit 25 Europese landen beoordeeld als bruikbaar in de huisartspraktijk. Integratie van deze kwaliteitsindicatoren in het elektronisch medisch dossier zou elke huisarts de mogelijkheid bieden om de kwaliteit van het eigen voorschrijven te beoordelen en indien nodig bij te sturen. Gegevens van een Vlaams huisartsennetwerk toonden aan dat ook specifiek voor luchtweginfecties minder wordt voorgeschreven, maar dat het voorgeschreven antibioticum in meer dan de helft van de gevallen een te breed spectrum had, met een aanzienlijk aandeel chinolonen.