Advies van de Orde der artsen: toestemming van de vertegenwoordiger van de patiënt

3 mei 2022

De nationale raad van de Orde der artsen ontving een vraag over de toestemming van de vertegenwoordiger van de patiënt voor het verstrekken van gezondheidszorg. 

Alle patiënten hebben dezelfde rechten maar niet allen kunnen ze persoonlijk uitoefenen. Bijvoorbeeld jonge minderjarige, mentaal gehandicapte volwassene, patiënt in coma, enzovoort.

  • Meerderjarige patiënt 

Wanneer een meerderjarige patiënt onbekwaam is om zijn rechten uit te oefenen, worden deze volgens het cascadesysteem van de wet patiëntenrechten uitgeoefend door de vertegenwoordiger. Indien de patiënt vooraf, op het ogenblik dat hij bekwaam was, een vertegenwoordiger heeft aangeduid, zal deze de patiëntenrechten uitoefenen. Indien de patiënt geen vertegenwoordiger heeft aangewezen of deze niet optreedt, worden de patiëntenrechten uitgeoefend door de bewindvoerder die aangewezen is door de vrederechter of de samenwonende echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner of de feitelijk samenwonende partner. Indien de echtgenoot of partner niet niet wenst of ontbreekt, worden de rechten uitgeoefend door een meerderjarig kind, een ouder, een meerderjarige broer of zus van de patiënt. Bij gebreke is het de betrokken beroepsbeoefenaar, in voorkomend geval in multidisciplinair overleg, die de belangen van de patiënt behartigt. Dit is eveneens het geval bij conflict tussen twee of meer personen die gemachtigd zijn de patiënt te vertegenwoordigen 

De meerderjarige patiënt die wilsonbekwaam is, wordt betrokken bij de uitoefening van zijn rechten rekening houdend met zijn begripsvermogen. Het feit dat hij een vertegenwoordiger heeft die zijn rechten uitoefent, onder meer om ingelicht te worden, neemt niet weg dat er hem persoonlijk aangepaste informatie wordt gegeven.

Indien de patiënt, toen hij nog in staat was zijn rechten uit te oefenen, schriftelijk te kennen gaf zijn toestemming tot een welomschreven tussenkomst te weigeren, dient deze weigering te worden geëerbiedigd zolang de patiënt ze niet herroept op een moment dat hij in staat is om zijn rechten zelf uit te oefenen

  • Minderjarige patiënt 

Wanneer de patiënt minderjarig is, worden zijn rechten als patiënt, waaronder het recht om toe te stemmen in de zorg na informatie te hebben gekregen, uitgeoefend door de ouders die het gezag over de minderjarige uitoefenen of door zijn voogd. De minderjarige patiënt wordt betrokken bij de uitoefening van zijn rechten rekening houdend met zijn leeftijd en maturiteit. Wanneer de arts meent dat de minderjarige patiënt in voorkomend geval in staat is tot een redelijke beoordeling van zijn belangen, kan hij zijn rechten zelfstandig uitoefenen.

  • Afwijking door arts 

In het belang van de minderjarige of meerderjarige onbekwame patiënt en, teneinde een bedreiging van diens leven of een ernstige aantasting van diens gezondheid af te wenden, wijkt de arts, in voorkomend geval in multidisciplinair overleg, af van de wil van de vertegenwoordiger. De arts moet in dit geval een schriftelijke motivering toevoegen aan het patiëntendossier. De arts speelt dus een fundamentele rol in de bescherming en de eerbiediging van de kwetsbare persoon in de context van de zorg die hem wordt verstrekt.

In een spoedgeval en bij onzekerheid over de wil van de patiënt of van zijn vertegenwoordiger, voert de arts iedere noodzakelijke tussenkomst uit in het belang van de patiënt. De arts moet hiervan melding maken in het patiëntendossier. 

De arts moet altijd de meest gepaste ingreep kiezen op basis van de behoeftes en het belang van de patiënt, zonder te zwichten voor externe druk.

  • Toestemming

In het algemeen legt de wet niet op dat de toestemming wordt geformaliseerd. In geval van betwisting, kan het bewijs ervan op om het even welke wijze worden geleverd (brief van de behandelend arts, getuigenis, formulier van geïnformeerde toestemming, enz.). Het getuigt van voorzichtig handelen om in het dossier van de patiënt te vermelden welke belangrijke informatie aan hem en aan zijn vertegenwoordiger is gegeven, door wie en op welke datum, en ook eventuele communicatieproblemen. Het belangrijkste is niet te zoeken naar een perfect bewijs, maar ervoor te zorgen dat de patiënt of zijn vertegenwoordiger de informatie goed heeft begrepen en geassimileerd en in staat is geweest vrij toestemming te verlenen.

Wanneer een arts vaststelt dat een patiënt onbekwaam is om een geïnformeerde toestemming te geven voor een zorghandeling die hij hem voorstelt uit te voeren en de patiënt vergezeld is van een persoon die niet zijn vertegenwoordiger is, is het aan de arts in het voorkomend geval te oordelen of hij rechtmatig kan aannemen dat de toestemming werd gegeven, onder meer rekening houdend met de woorden van de begeleider, zijn nauwe relatie met de patiënt en zijn vertegenwoordiger, het voorschrift voor het onderzoek door de confrater, de pathologie waaraan hij lijdt, de aard van de te verrichten medische handeling (ernst, onomkeerbaarheid, spoedeisend karakter, enz.), en de andere elementen waarover hij beschikt (toestemmingsformulier, enz.).

In geval van moeilijkheden, komt het hem toe de nodige stappen te ondernemen om zich te verzekeren van de geïnformeerde toestemming van de vertegenwoordiger. Het belang van de kwetsbare patiënt om kwaliteitszorg te ontvangen, vereist dat zorgvuldig en doeltreffend wordt opgetreden om hem de noodzakelijke zorg niet te onthouden. De samenwerking en de vertrouwensrelatie met de andere leden van het verzorgend team of van de sociale hulpdienst zijn van fundamenteel belang om ervoor te zorgen dat deze patiënten de beste zorg krijgen.