3,5% van de Belgen gebruikte in 2021 antipsychotica

Het gebruik van antipsychotica in België nam de afgelopen tien jaar lichtjes af. Dat blijkt uit cijfers die het Intermutualistisch Agentschap deze week publiceerde. 

In 2021 gebruikte 3,4% van de Belgen minstens één keer antipsychotica. Dat is een lichte daling in vergelijking met tien jaar geleden. In 2010 nam 3,8% van de Belgische patiënten minstens éénmaal deze middelen. Globaal kan worden gesteld dat het gebruik de voorbije tien jaar nagenoeg stabiel bleef. In Wallonië (3,8%) ligt het gebruik iets hoger dan in Vlaanderen (3,5%) en Brussel (3,1%). 

De meeste psychotische stoornissen, zoals schizofrenie, duiken op gedurende de eerste dertig levensjaren. Het kan echter vele jaren duren voordat een behandeling wordt opgestart. Deze tendens wordt gereflecteerd in de duidelijke leeftijdsverschillen bij het gebruik van antipsychotica: in de leeftijdscategorie van 18 tot 25 jaar heeft slechts 1,4% in 2020 minstens één aflevering van een antipsychotisch middel gehad. Het aantal gebruikers van antipsychotica verdubbelt (2,9%) in de leeftijdscategorie 26-64 jaar. Bij 65-plussers is dat zelfs 5,6%. Toch is er ook voor deze leeftijdsgroep goed nieuws: het is de enige groep die een significante daling kent in vergelijking met 2011 (6,9%). In een later stadium gaat het IMA op zoek naar een verklaring voor het hogere gebruik bij ouderen. 

Onder de 65 jaar zijn er weinig verschillen tussen mannen en vrouwen. Mannen tussen 18 en 25 jaar gebruiken iets vaker antipsychotica dan vrouwen (respectievelijk 1,7 en 1,4%). In de leeftijdscategorie 26-64 jaar zijn de cijfers nagenoeg hetzelfde: 2,9% van de mannen en 3,1% van de vrouwen. Bij de 65-plussers is het aandeel vrouwen (6,3%) dat antipsychotica gebruikt hoger dan mannen (4,4%). 

Iets meer dan de helft van de patiënten (56,2%) met een aflevering van antipsychotica, maakt er langdurig gebruik van (meer dan een jaar). Bij iets minder dan een derde (30,4%) is de gebruiksduur zeer kort (minder dan drie maanden). De resterende 13% situeert zich hier ergens tussen. 

Filip Ceulemans