Vorig jaar dienden 34 huisartsen bij de FOD Volksgezondheid een certificaataanvraag in die nodig is om naar het buitenland te emigreren. Dat zijn er iets meer dan in 2010. Het aantal is wel vergelijkbaar met het aantal aanvragen in 2008 en 2009.
Het aantal huisartsen dat ons land wil verlaten en elders een huisartsenpraktijk wenst op te starten, blijft beperkt. Dat blijkt uit cijfers van de federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid. In 2011 dienden 34 huisartsen een aanvraag in voor het certificaat dat ze nodig hebben om zich in en ander land als huisarts te vestigen. In 2010 deden 29 huisartsen deze demarche. Toch kunnen we niet spreken van een stijgende tendens. Het cijfer van 2011 ligt immers in de lijn van het aantal aanvragen dat in 2009 (35) en 2008 (34) werd ingediend.
Bij de specialisten ligt het aantal aanvragen om te emigreren een pak hoger. Maar liefst 254 erkende specialisten deden vorig jaar een aanvraag bij de FOD Volksgezondheid. In 2010 waren er dat ‘maar’ 184, in 2009 224. Het jaar daarvoor lag het aantal aanvragen met 281nog wat hoger. Bovenop de huisartsen en de erkende specialisten zijn er ook een groot aantal artsen met enkel een basisdiploma die een certificaat aanvragen. Vorig jaar waren er dat 196, in 2010 178. De voorgaande jaren lag hun aantal net iets boven de 200.
Uiteraard zijn er niet enkel (huis)artsen die willen emigreren. Er zijn ook artsen uit andere EU-landen die de omgekeerde beweging maken en zich net in ons land willen vestigen. Dat aantal is het voorbije jaar trouwens spectaculair toegenomen. In 2010 werd voor het eerst de kaap van de honderd aanvragen (101) gerond. Vorig jaar verdubbelde dat tot 210. Het nettoresultaat voor het aantal huisartsen is positief: er zijn meer immigrerende dan emigrerende huisartsen. Bij de specialisten is het saldo wel negatief.
Filip Ceulemans