Zuigelingensterfte neemt verder af

In 2021 werden 936 baby’s dood geboren of overleden ze binnen het jaar. Een afname met 11% in vergelijking met een jaar eerder. Dat blijkt uit cijfers die Statbel, het Belgisch Bureau voor Statistiek, deze week publiceerde. 

In 2000 werden 1048 baby’s dood geboren of overleden ze binnen het eerste jaar na hun geboorte. Een jaar later daalde dat tot 936, ofwel een afname met maar liefst 11%. De cijfers zijn het resultaat van twee tegenovergestelde tendensen: het aantal doodgeboren kinderen neemt fors toe (+22% in vergelijking met twintig jaar geleden), terwijl het aantal kinderen dat sterft binnen het eerste levensjaar nog forser daalt (-39% in vergelijking met twintig jaar geleden). 

De zuigelingensterfte bedroeg in 2021 2,9 per duizend levendgeborenen. In 2020 was dat 3,2 promille, in 2000 4,8 promille. De verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië (beiden 2,9 promille) en Brussel (2,7 promille) zijn verwaarloosbaar. De zuigelingensterfte is sterk geconcentreerd in de eerste levensdagen. 54,3% van de overleden zuigelingen stierven binnen de eerste zeven dagen, 27,7% zelfs minder dan één dag na de geboorte. 

Het doodgeboortecijfer bedroeg in 2020 4,3 promille en steeg in 2021 tot 5 promille. De stijging was het sterkst in Vlaanderen (+28%) en Wallonië (+20,9%). In Brussel was de toename eerder gering (+2,2%). Statbel heeft niet meteen verklaring voor deze stijging. 

Filip Ceulemans