Op initiatief van Domus Medica werden verschillende partners die actief zijn in het maken van richtlijnen voor de eerste lijn, samengebracht in de Werkgroep ontwikkeling richtlijnen eerste lijn. “Er is veel expertise in België. We willen die niet laten verloren gaan”, zegt prof. Paul Van Royen, één van de drijvende krachten achter het initiatief.
Sinds meer dan vijftien jaar worden er in België richtlijnen ontwikkeld. Met heel wat expertise als gevolg. Die expertise zit echter verdeeld over verschillende instanties en organisaties. Op initiatief van Domus Medica, dat zelf met de Commissie aanbevelingen een belangrijke bijdrage leverde in de ontwikkeling van richtlijnen, worden nu een aantal belangrijke spelers samengebracht in de Werkgroep ontwikkeling richtlijnen eerste lijn. “Naast Domus Medica zijn dat onder meer de vier universitaire huisartsencentra, Cebam, Bapcoc en Minerva. Ook andere zorgverstrekkers uit de eerste lijn, zoals verpleegkundigen, kinesitherapeuten en de jeugdgezondheidszorg, maken deel uit van de werkgroep. Het is een open werkgroep die iedereen die in België met richtlijnen bezig is, wil samenbrengen. Ook onze Franstalige collega’s zijn uitgenodigd, maar zij hebben de visietekst voorlopig nog niet ondertekend. Overheidsinstellingen als het KCE hebben we voorlopig niet uitgenodigd, maar niets sluit uit dat dit in de toekomst wel zal gebeuren”, aldus Paul Van Royen.
De Werkgroep schreef zijn visie neer in een visietekst die deze week publiek gemaakt wordt. “We hanteren als definitie van richtlijnen de definitie van het Institute of Medicine uit 2011: ‘Clinical practice guidelines are statements that include recommendations intended to optimize patient care that are informed by systematic review of evidence and an assessment of the benefits and harms of alternative care options.’ De kerntaak van de werkgroep wordt het ontwikkelen en updaten van richtlijnen.”
Zo komen we meteen ook bij de doelstellingen van de werkgroep. “De doelstelling is het bevorderen van de ontwikkeling, adaptatie en updating van richtlijnen voor eerstelijns-gezondheidswerkers, inclusief het hanteren van een gemeenschappelijk ontwikkelingsplan, coördinatie tussen de verschillende partners en het bevorderen van de verspreiding en opname in diverse EBM-tools”, luidt het in de visietekst.
Middelen aantrekken
De deelnemende instellingen hebben stuk voor stuk beperkte middelen. “Daarom is het belangrijk dat we niet allemaal aan dezelfde richtlijn werken. Er kan ook een vorm van ‘specialisatie’ komen. Zo is het logisch dat bijvoorbeeld Farmaka zich bezighoudt met een richtlijn over medicatie. Daarnaast komt er een database met richtlijnen die in ontwikkeling zijn. Het is immers te gek dat er twee instanties tegelijk rond hetzelfde onderwerp zouden werken. We hopen op deze manier ook de nodige middelen te kunnen aantrekken om in België richtlijnen te kunnen blijven ontwikkelen en actualiseren”, stelt Paul Van Royen.
Richtlijnen maken is één zaak. Ze moeten ook gekend en gebruikt worden. Het behoort dan ook tot de doelstellingen van de werkgroep om de verspreiding van richtlijnen te promoten en de doelgroepen te informeren, met name door het opstellen van gezamenlijke publicaties en de ontwikkeling van een website met een link naar de meewerkende partners.
Paul Van Royen geeft nog mee dat er ook plannen bestaan om volgend jaar een studiedag rond de ontwikkeling van richtlijnen te organiseren. Ten slotte wil de werkgroep structureel samenwerken met EBM Practice Net, het initiatief van het Riziv rond richtlijnen. “We hopen met dit initiatief de bestaande Finse richtlijnen te kunnen aanvullen en ook wel aanpassen aan de specifieke Belgische situatie”, besluit Van Royen.
De volledige visietekst kunt u raadplegen via www.ebp-guidelines.be.