Vandenbrouckes tips voor een duurzame huisartsencarrière

29 sep 2022

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) gaf 330 afstuderende huisartsen tijdens de academische proclamatieviering enkele tips mee voor een “mooie, maar ook duurzame carrière”. 

Afgelopen dinsdag (27 september) verzamelden 330 huisartsen in De Singel in Antwerpen voor de academische proclamatieviering van de interuniversitaire huisartsenopleiding. Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) wees in zijn feestrede op het belang van twee fundamentele pijlers van het Belgische gezondheidszorgsysteem: wetenschap en solidariteit. Deze twee pijlers, de voorbije tweeënhalf jaar tijdens de coronacrisis in praktijk gebracht door enerzijds een vaccin en anderzijds de vaccinatiecampagne, loodsten ons land mee door de pandemie. “Eigenlijk niets nieuws, want de gezondheidszorg in ons land wordt in het buitenland al decennialang geroemd omwille van de betaalbaarheid en de toegankelijkheid. Covid heeft ons opnieuw ten volle doen beseffen dat het samenvloeien van wetenschap en solidariteit de grondstof is van onze gezondheidszorg”, aldus de minister. 

De coronacrisis maakte voor Vandenbroucke ook duidelijk dat samenwerken heilzaam is. Muren in en tussen ziekenhuizen, de huisarts, een testcentrum en een vaccinatiecentrum laten wegvallen, is positief. Hij pleit er dan ook voor om de muren na de crisis niet opnieuw op te trekken. “De eerste lijn in Vlaanderen speelt daar een ongelooflijke voortrekkersrol in”, meent de minister. “En dat is te danken aan een beweging die twintig jaar geleden werd ingezet. Twintig jaar geleden stonden huisartsen er nog vaak alleen voor. Ze werkten enkel binnen de muren van hun eigen praktijk. Mensen gingen meer en meer rechtstreeks naar het ziekenhuis. Huisarts werd zo niet alleen een ondergewaardeerd beroep, maar dat was vaak ook niet doeltreffend voor de zorg van de patiënt, noch efficiënt inzake uitgaven. Bovendien was dat de slechtst mogelijke voorbereiding op de sterke groei van het aantal oudere mensen die veel meer te maken krijgen met chronische aandoeningen.” 

De sterke eerstelijnsgezondheidszorg die Vlaanderen vandaag heeft, is volgens Vandenbroucke mee te verklaren door de maatregelen die de overheid toen nam: investeren in huisartsenpraktijken, andere betalingsvormen dan enkel per prestatie (GMD, geïntegreerde praktijkpremie enzovoort), wetenschappelijke ondersteuning en investeren in elektronische communicatie en in samenwerkingsverbanden met andere disciplines. “Zo kon zich in Vlaanderen een sterkere eerstelijnsgezondheidszorg vormen, die minder eenzijdig gefocust is op enkel ‘genezen’, maar er ook veel beter in slaagt om ‘goal oriented care’ te leveren op maat van wat mensen nodig hebben voor een zo goed mogelijke kwaliteit van leven.” 

Een New Deal voor de Huisartspraktijk moet die evolutie voor de toekomst verankeren en de huisarts de toekomst inloodsen. Vandenbrouckes New Deal is gebaseerd op drie pijlers: samenwerking en ondersteuning binnen de eigen praktijk, samenwerking tussen de huisartsenpraktijk en andere actoren in de gezondheidszorg en een financiering die huisartsen de nodige rust en onafhankelijkheid biedt.  

De samenwerking en ondersteuning binnen de huisartsenpraktijk betekent onder meer een maximale ontlasting van administratie. Concreet wil Vandenbroucke nog deze legislatuur werk maken van de afschaffing van ziektebriefjes voor één dag en van minder rompslomp bij het voorschrijven van geneesmiddelen. Om de administratieve last verder te beperken, vindt de minister het belangrijk dat huisartsen een beroep kunnen doen op praktijkverpleegkundigen en/of praktijkassistenten.  

De tweede pijler van de New Deal is een betere samenwerking tussen huisartsenpraktijken en andere zorgactoren. “Het idee dat jullie op jullie eentje zorg moeten dragen voor al jullie patiënten, is behalve onhoudbaar, ook compleet voorbijgestreefd. Het gaat in tegen het model van multidisciplinaire en geïntegreerde zorg waar we naartoe moeten. En dat model betekent uiteraard volop in onze gezondheidszorg investeren, maar ze ook hervormen.” Over hoe die hervorming er moet uitzien, blijft Vandenbroucke eerder vaag. 

De derde pijler van de New Deal is een financieringsmodel dat huisartsen de nodige rust en onafhankelijkheid geeft. Er is de laatste jaren al een forse inhaalbeweging gemaakt, maar daar stopt het voor Vandenbroucke niet bij. Hij wil nog meer afstand nemen van prestatiegerichte gefinancierde zorg (fee for service). “De druk om volume te draaien, moet dalen.” Het financieringsmodel voor de huisarts moet volgens Vandenbroucke acht elementen bevatten: 

  • voldoende stimulerend zijn 
  • de toegankelijkheid voor de patiënt vrijwaren en waar nodig verbeteren, met specifieke aandacht voor de kwetsbare patiënt 
  • inzetten op continuïteit van zorg en beschikbaarheid 
  • huisartsen correct vergoeden voor taken tijdens en buiten de consultaties 
  • taakdelegatie toelaten 
  • de juiste incentives leggen, onder meer inzake preventie, populatiemanagement, multidisciplinaire samenwerking, kwaliteit, beschikbaarheid,… 
  • zowel overconsumptie als onderconsumptie vermijden 
  • administratieve eenvoud maximaal nastreven 

Frank Vandenbroucke sloot zijn feestrede af met drie aanbevelingen voor de jonge (en misschien ook iets minder jonge) huisartsen: blijf leren (en wees ook af en toe mild voor jezelf), laat je drijven door passie en blijf kritisch. 

Filip Ceulemans