Vandenbroucke wijzigt KB sociaal statuut

De ministerraad keurde vorige week vrijdag op voorstel van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) een ontwerp van Koninklijk Besluit goed over de regeling van sociale en andere voordelen aan zorgverstrekkers die geconventioneerd zijn. 

Het Koninklijk Besluit dat Vandenbroucke de regering voorlegde, voorziet in aan aanpassingen voor artsen, apothekers, kinesitherapeuten, logopedisten, tandartsen en verpleegkundigen. Enkele van de artikels in het KB zijn van toepassing voor al deze sectoren: 

  • De overeenkomsten waarvoor een aandeel wordt betaald, dienen te zijn afgesloten in of voorgaand aan het premiejaar. 
  • Voor hetzelfde premiejaar kan een zorgverlener aanspraak maken op maximaal één voordeel. Cumulatie van voordelen is niet mogelijk. De keuze van het voordeel gebeurt volgens de regels vastgelegd door het Riziv. 
  • De modaliteiten van kennisgave aan de zorgverlener dat de sociale of andere voordelen niet kunnen worden toegekend of dienen te worden teruggevorderd, worden door het Riziv vastgesteld. 

Voorts zijn er een aantal artikels van toepassing voor specifieke beroepsgroepen. Voor de artsen zijn drie passages van belang.  

Voor artsen die in het bestaande KB worden geacht de maximale activiteitsdrempel te hebben bereikt omdat ze gedurende een deel of het geheel van het premiejaar gemachtigd zijn de geneeskunde in België uit te oefenen en beschikken over een stageplan goedgekeurd door de bevoegde instantie, wordt gespecifieerd dat het moet gaan om een stageplan dat aanleiding geeft tot een Riziv-nummer voorbehouden voor een erkend huisarts of arts-specialist.  

Voor artsen die op 31 december 2020 beschikken over een Riziv-nummer voorbehouden voor huisarts in opleiding of arts-specialist in opleiding, wordt het aandeel voor het premiejaar 2020 eenmalig verhoogd met 1250 euro.  

Tot slot bepaalt het KB dat de referenties naar een ‘huisarts op basis van verworven rechten zoals bedoeld in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen’ en naar ‘arts zonder beroepstitel en zonder verworven rechten’ worden geschrapt. 

Het door de ministerraad goedgekeurde ontwerp van KB wordt momenteel ter advies voorgelegd aan de Raad van State waarna het naar het parlement gaat. 

Filip Ceulemans