Tien procent meer euthanasie in 2022

Vorig jaar ontving de Euthanasiecommissie 2966 registratiedocumenten inzake euthanasie. Dat is een stijging met bijna tien procent in vergelijking met het jaar voordien. 

Tussen 1 januari en 31 december 2022 ondergingen 2966 patiënten euthanasie. Dat blijkt uit cijfers die de Euthanasiecommissie deze week bekendmaakte. Dat aantal ligt 9,85% hoger dan het jaar voordien. Net als de voorgaande jaren oordeelde de commissie dat alle registratiedocumenten voldeden aan de eisen die de wet stelt en dus werd er geen enkel dossier verzonden naar de procureur des konings voor verder onderzoek. 

Sinds het begin van de invoering van de euthanasiewet komt het merendeel van de geregistreerde gevallen van euthanasie uit Vlaanderen. Dat was vorig jaar niet anders met 70,4% Nederlandstalige registratiedocumenten tegenover 29,6% Franstalige. Het verschil tussen de twee taalgroepen wordt wel iets kleiner.  

Bijna zeven op tien (69,9%) van de patiënten die euthanasie kregen, zijn ouder dan 70 jaar, 42,2% is zelfs ouder dan 80 jaar. Het aantal gevallen van euthanasie bij mensen jonger dan 40 jaar blijft erg beperkt (1,2%). Vorig jaar werd geen enkel geval van euthanasie bij een minderjarige geregistreerd. 

In iets meer dan de helft van de gevallen wordt de euthanasie thuis uitgevoerd (50,5%). Het aantal gevallen van euthanasie in woonzorgcentra steeg tot 16,4% van het totaal. Bijna een derde van de gevallen van euthanasie (31,8%) werd uitgevoerd in ziekenhuizen en palliatieve eenheden.  

Amper 0,6% van de euthanasiegevallen werd uitgevoerd op basis van een voorafgaande wilsverklaring bij patiënten die onomkeerbaar niet meer bij bewustzijn waren. In 82,7% van de gevallen werd de euthanasie uitgevoerd op een moment dat de behandelende arts de dood binnen afzienbare tijd verwachtte. 

De belangrijkste groep patiënten die euthanasie kreeg, zijn oncologische patiënten(59,9%). Andere categorieën die aan de basis liggen van een uitgevoerde euthanasie, zijn een combinatie van verschillende chronische en ongeneeslijke aandoeningen (19,6%), ziekten van het zenuwstelsel (8,9%), ziekten van het bloedomloopstelsel (3,7%), ziekten van de luchtwegen (3%), cognitieve stoornissen (1,4%), psychiatrische aandoeningen (0,9%), ziekten van het spijsverteringsstelsel (0,5%) en ziekten van bot-spierstelsel en bindweefsel (0,5%). 

Filip Ceulemans