Sigarettenfilters doen meer kwaad dan goed

Sigarettenfilters geven een vals gevoel van veiligheid om de ongezonde effecten van roken te verhelpen. Een gewijzigd verbrandingspatroon verhoogt de vorming van kankerverwekkende tabakspecifieke nitrosamines (TSNA's). Rokers inhaleren de ‘gefilterde’ rook, met inbegrip van de TSNA's, dieper als compensatie voor de verminderde hoeveelheid nicotine die zij inhaleren. Het toegenomen gebruik van gefilterde sigaretten sinds de jaren vijftig kan verband houden met de toename van longadenocarcinomen, terwijl plaveiselcelcarcinomen zijn afgenomen. Ook in België is adenocarcinoom nu het dominante histologische type longkanker. Sigarettenfilters hebben geen bewezen voordeel voor de volksgezondheid en de individuele gezondheid van de roker. Sigarettenfilters moeten in de eerste plaats worden beschouwd als een marketing tool van de tabaksindustrie die misleidende beweringen gebruikt zoals de promotie van ‘light’ of ‘milde’ sigaretten, als reactie op het toegenomen publieke bewustzijn over de schadelijke gevolgen van roken.
 
Sigarettenfilters veroorzaken ook een grote druk op het milieu. Sigarettenpeuken vormen de voornaamste soort zwerfvuil en bestaan uit celluloseacetaat dat persistent is in het milieu (bodem, oppervlaktewater, zeeën, enz.). Uiteindelijk leiden ze, na fysicochemische fragmentatieprocessen, tot de aanwezigheid van microplastics en contaminanten die toxisch kunnen zijn voor waterorganismen. De Hoge Gezondheidsraad ziet het bepleiten van ‘groene’ biologisch afbreekbare filters niet als een oplossing. De toepassing van biologisch afbreekbare filters zou het microplasticprobleem kunnen verminderen, maar contaminanten in deze filters blijven een toxisch element voor het milieu. Dit is ook het geval voor sigaretten zonder filter, maar behalve als oplossing voor het microplastic-probleem, zullen ongefilterde sigaretten waarschijnlijk minder aantrekkelijk worden voor rokers. ‘Restanten’ van niet-gefilterde sigaretten komen ook in het milieu terecht, maar men mag ervan uitgaan dat deze slechts een fractie veroorzaken van de milieueffecten door peuken van filtersigaretten.
 
De Hoge Gezondheidsraad, alsook de WHO, zien voldoende argumenten voor een algemeen verbod op sigarettenfilters.  Dit verbod kan de verhouding tussen plaveiselcelcarcinomen en adenocarcinomen weer veranderen ten gunste van plaveiselcelcarcinomen (zoals ook omgekeerd gebeurde bij de invoering van de filtersigaret). Rokers zullen terughoudender zijn om niet-gefilterde sigaretten te roken. Voorts blijft de HGR zich inzetten voor grondige maatregelen voor rookpreventie en het stoppen met roken als basis voor de bescherming van de volksgezondheid.

Dirk Avonts
Senior-arts Kennisgroep Preventie, Hoofdredacteur Huisarts Nu

Tabaksindustrie - Zondag met Lubach (S10)