Het Riziv gaf gisteren op haar website een aantal verduidelijkingen over het sociaal statuut van artsen. De aanvraag voor 2017 wordt begin volgend jaar op de website gepubliceerd.
Het sociaal statuut kan in twee vormen toegekend worden. De eerste mogelijkheid is een jaarlijkse bijdrage gestort aan een onderneming of erkende instelling waarmee de arts een contract heeft afgesloten voor een vervangingsinkomen ingeval van invaliditeit en/of pensioen. Een tweede mogelijkheid is het recht op rust- of overlevingspensioen gereserveerd bij de diensten van het Riziv. Dit laatste systeem is echter uitdovend en kan vanaf 2017 enkel gebruikt worden indien het in het verleden al gebruikt werd.
Vanaf 2017 zijn er vier voorwaarden om in aanmerking te komen voor het sociaal statuut. De eerste drie voorwaarden bestonden ook in het verleden al: toegetreden zijn tot het nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen, het volledige jaar toegetreden zijn (behalve voor het jaar waarin het Riziv-nummer voor het eerst werd toegekend) en de effectieve uitoefening van de geneeskunde gedurende een volledig jaar. Vanaf volgend jaar komt er een nieuwe voorwaarde bij die stipuleert dat de arts een minimumbedrag aan nomenclatuurverstrekkingen moet hebben aangerekend aan de verplichte ziekteverzekering. Het minimumbedrag varieert naargelang het specialisme en bedraagt voor de huisarts 25 000 euro. Wanneer een arts arbeidsongeschikt was, zwangerschapsrust had of het recht op vaderschapsrust gebruikte, wordt dat in rekening gebracht.
Het sociaal statuut bedraagt (onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad) 4563,12 euro bij volledige toetreding tot het akkoord en 2213,64 euro bij gedeeltelijke toetreding. Voor 2017 worden die bedragen opgetrokken tot respectievelijk 4790,23 euro en 2259,67 euro.
Zie ook: de website van het Riziv
