De programmawet die de regering voor het zomerreces door de Kamer wil krijgen, moedigt het gebruik van biosimilaire geneesmiddelen aan. Patiënten, artsen en ziekenhuizen kunnen voortaan optimaal gebruikmaken van ‘goedkope’ biologische geneesmiddelen, laat FeBelGen weten.
“Sinds 2001 leverde het gebruik van generische geneesmiddelen een besparing van 2,5 miljard euro op. Vandaag echter nemen dure biologische geneesmiddelen een steeds groter gedeelte van de uitgaven voor hun rekening. Hierop kunnen belangrijke besparingen gerealiseerd worden door vaker gebruik te maken van het goedkopere equivalent van deze geneesmiddelen, de biosimilars”, zegt Olivier Remels, woordvoerder van FeBelGen, de koepel van de generische geneesmiddelenindustrie in ons land.
Eventjes ter verduidelijking. Generieken worden geproduceerd uit enkelvoudige chemische moleculen, terwijl biologische geneesmiddelen complexe moleculen zijn die het resultaat zijn van biologische processen in levende organismen. Biosimilaire geneesmiddelen zijn therapeutisch equivalente alternatieven voor de biologische merkgeneesmiddelen. Zij zijn samengesteld uit dezelfde moleculen en worden op de markt gebracht tegen een lagere prijs nadat het octrooi van het overeenkomstig merkgeneesmiddel verstreken is.
“Tot voor kort waren er heel wat obstakels die een optimaal gebruik van biosimilaire geneesmiddelen in de weg stonden”, weet Olivier Remels. “Drie recente maatregelen voorgesteld door Laurette Onkelinx maken een einde aan die situatie. Concreet betekent het dat er voor bepaalde biologische geneesmiddelen waarvoor biosimilaire equivalenten beschikbaar zijn, het Riziv voortaan de techniek van de forfaitaire financiering zal toepassen.” Dat vertaalt zich in eerste instantie in de forfaitaire terugbetaling van EPO-geneesmiddelen die gebruikt worden in het dagziekenhuis. Groeihormonen en EPO maken voortaan deel uit van het geneesmiddelenforfait voor patiënten opgenomen in een ziekenhuis. Ook elk voorschrift voor een biosimilair geneesmiddel afgeleverd via een openbare officina, wordt in het voorschrijfprofiel van de arts voortaan beschouwd als een ‘goedkoop’ voorschrift.
Vandaag is het aandeel van de biosimilaire geneesmiddelen in België te verwaarlozen. De drie biosimilars die in ons land op de markt zijn (epoëtine, somatropine en filgrastim) zijn slechts goed voor 1 tot 4% van de markt. In andere landen hebben ze marktaandelen die tot 70% kunnen oplopen. FeBelGen hoopt dat de nieuwe maatregelen voor een boost zorgen. De maatregel komt volgens de koepel niets te vroeg omdat in 2015-2016 maar liefst tien nieuwe biosimilaire geneesmiddelen op de Europese markt toegelaten worden. Voor de overeenkomstige biologische geneesmiddelen wordt vandaag op jaarbasis 350 miljoen euro betaald.
“Tot vandaag heeft deze sector al honderden miljoenen euro geïnvesteerd in het onderzoek en de ontwikkeling van biosimilaire geneesmiddelen. Een gedeelte van deze investeringen gebeurt, via klinische studies, in België. De recente beslissingen zijn een uitstekende stimulans voor onze sector en vormen een belangrijke stap in de goede richting. Biosimilars hebben de beste kosten-effectiviteitsratio. Patiënten artsen en ziekenhuizen kunnen er voortaan optimaal gebruik van maken. Nu al kan de staat minstens 8,8 miljoen euro per jaar besparen. De basis is us gelegd voor belangrijke bijkomende besparingen in de toekomst”, besluit Joris Van Assche, afgevaardigd bestuurder van FeBelGen.