Prof. Paul Van Royen werd begin deze maand als eerste huisarts ooit gekozen tot decaan van een faculteit geneeskunde aan een Belgische universiteit. In andere landen gebeurt het wel vaker dat een huisarts deze functie mag bekleden.
Met 55 stemmen op 57 haalde prof. dr. Paul Van Royen, huisarts en diensthoofd van het Centrum voor Huisartsgeneeskunde, het heel duidelijk als nieuwe decaan van de faculteit geneeskunde en gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Antwerpen. Paul Van Royen, die ook binnen Domus Medica erg actief is, volgt Paul Van De Heyning op. Van De Heyning, diensthoofd NKO van het UZA, was de voorbije twee mandaten decaan en kon niet meer herkozen worden. Voor Van Royen, die nagenoeg unaniem verkozen werd, was het belangrijk dat hij zowel de steun kreeg van het Universitair Ziekenhuis (waar vooral specialisten actief zijn) als van de rest van de campus. De uitslag bevestigt dat die steun er is. Met Van Royen komt er een tweede sleutelpositie aan de UA in handen van een huisarts. Eerder al werd prof. dr. Joke Denekens verkozen tot voorzitter van de Onderwijsraad.
Paul Van Royen is meteen de eerste Belgische huisarts die het tot decaan van een faculteit geneeskunde schopt. In het buitenland komt dat wel vaker voor, onder meer in Australië, Nederland en Groot-Brittannië. Niet toevallig drie landen waar de huisartsgeneeskunde erg sterk staat. De verkiezing van Van Royen als decaan kan dan ook gezien worden als een stap in de erkenning van de huisartsgeneeskunde als volwaardige discipline.
De reeds indrukwekkende carrière van Paul Van Royen krijgt met de verkiezing een mooi toemaatje. Van Royen studeerde in 1983 af als huisarts en startte samen met zijn echtgenote Lieve Peremans een huisartsenpraktijk, die later zou uitgroeien tot een groepspraktijk met twee bijkomende huisartsen, een haio en een praktijksecretaresse. In die beginperiode was hij een van de drijvende krachten achter een preventief screeningsprogramma voor prostituees in Antwerpen. In 1993 behaalde hij zijn doctoraat met een thesis over ‘Vaginal Discharge and bacterial vaginosis in family practice’. Hij kreeg er de Prijs van de Nederlandse Vereniging voor de Studie van Soa’s voor.
Zijn academisch werk is vooral gericht op opleiding en onderzoek in de eerste lijn. Hij bouwde het departement huisartsgeneeskunde uit tot een sterk onderzoekscentrum gericht op vijf pijlers: onderzoek naar opleiding, diabetes, palliatieve zorg, aandoeningen van de luchtwegen en seksuele gezondheid, inclusief soa’s en anticonceptie. Het centrum verwierf internationaal faam omwille van de methodologie van kwalitatief onderzoek. In de loop van zijn academische carrière was hij auteur van meer dan 150 artikels in peer-reviewed tijdschriften. Hij was tevens reviewer van verschillende wetenschappelijke tijdschriften. Sinds 1996 is hij coördinator van het Vlaamse project rond klinische richtlijnen. Op internationaal vlak was Van Royen van 2004 tot 2009 voorzitter van het EGPRN (European General Pactitioners Research Network).