De Nationale Raad van de Orde der Artsen heeft geen probleem met de vestiging van een artsenpraktijk in de metro van Brussel. Dat blijkt uit een recent advies.
De Nationale Raad van de Orde der Artsen kreeg onlangs de vraag of het conform de deontologische code is om een artsenpraktijk te beginnen in de Brusselse metro. Na een bezoek ter plaatse en gesprekken met de arts die in het centrum werkt en de uitbaters (niet-artsen) besliste de Nationale Raad een positief advies te geven. “De uitbater van dit centrum in de gang van de metro argumenteert dat hij deze locatie gekozen heeft omdat hij streefde naar een vlot bereikbare huisarts voor patiënten die zich verplaatsen met de metro en voor wie weinig ruimte overblijft voor een artsenconsult gezien hun dagelijkse verplichtingen zoals het werkuurrooster en de afstand tussen woonst en werkplaats. Wanneer men een beroep wenst te doen op occasionele zorg, speelt de nabijheid van de werkplaats of van vervoersmiddelen in het voordeel.”
De Nationale Raad meent dat “een vlot bereikbare artsenpraktijk zoals deze die onlangs werd opgericht in het centraal station in een stedelijke context een dienst kan bewijzen aan de bevolking, ook al is deze dienst geen eerstelijnsgeneeskunde die steunt op een stabiele en duurzame relatie tussen patiënt en behandelende arts”. De Orde stipuleert daarom verder dat dit soort praktijk dient te verlopen in samenwerking met de eventuele behandelende arts naar wie de patiënt opnieuw doorverwezen moet worden “telkens wanneer dit mogelijk is en rekening houdend met de wens van de patiënt”.
Op het einde van het advies schuift de Nationale Raad de hete aardappel wel door naar de provinciale raden. De Code van geneeskundige plichtenleer voorziet in de artikelen 20 tot 26 immers dat het verboden is de geneeskunde uit te oefenen in commerciële vertrekken. Ook de uitoefening van marktgeneeskunde is verboden. “De gang van de Brusselse metro waar het betrokken centrum zich bevindt, is een doorgangsruimte ook al zijn er enkele handelszaken gevestigd. Bij het bezoeken van het medisch centrum en de directe omgeving ervan wordt niet de indruk van een handelsactiviteit gewekt.De geneeskunde dient uitgeoefend te worden op een degelijke en aangepaste plaats. De provinciale raden gaan na of de vestigingsplaats in overeenstemming is met de geneeskundige plichtenleer”, besluit de Nationale Raad.
