Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) publiceerde onlangs een rapport over de strijd tegen nosocomiale infecties in de ziekenhuizen.
In opdracht van de Fod Volksgezondheid bracht het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid de gegevens van 105 zorginstellingen in verband met nosocomiale infecties samen. Het project heeft als doel de effecten van het nationaal beleid inzake ziekenhuishygiëne na te gaan en de middelen ter preventie van nosocomiale infecties in elk ziekenhuis van het land te evalueren. Het project zal voortaan jaarlijks herhaald worden.
De resultaten in het eerste rapport tonen grote verschillen aan tussen de gewesten, maar ook tussen ziekenhuizen binnen een zelfde gewest. De individuele scores van alle ziekenhuizen kunnen online bekeken worden.
Het WIV ziet zowel positieve als minder positieve evoluties. Aan de positieve kant noteert het een sterke daling van MRSA-infecties. Hun incidentie daalde in tien jaar tijd met twee derde van ongeveer drie gevallen per duizend opnames in 2003 tot één per duizend in 2013. Het WIV juicht eveneens toe dat de aanbevelingen in verband met handhygiëne goed opgevolgd worden. Minder positief zijn dan weer de tekortkomingen van de epidemiologische surveillance op het vlak van infecties opgelopen op de dienst intensieve zorg en na een chirurgische ingreep. Hierdoor zijn veel ziekenhuizen niet in staat precieze cijfers te geven met betrekking tot de infecties in hun instelling.
“Om de strijd tegen nosocomiale infecties kracht bij te zetten, dienen de ziekenhuizen het strategisch plan voor ziekenhuishygiëne in het globaal strategisch plan van hun instelling te integreren”, stelt het WIV als aanbeveling. Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid wijst er ten slotte op dat de gegevens in dit project afkomstig zijn van de ziekenhuizen zelf en dat er geen externe controle is.
