Krijtlijnen voor de zorgtrajecten

21 jun 2012

In een brief aan de beleidsverantwoordelijken voor de zorgtrajecten en de Lokale Multidisciplinaire Netwerken (LMN’s) zet VINO (Vlaams Initiatief Netwerk Ondersteuning) de krijtlijnen uit van hoe het de zorgtrajecten en de reorganisatie van de chronische zorg in de nabije toekomst wil zien evolueren. In Vino zijn onder meer Domus Medica en de universiteiten vertegenwoordigd.

Met de open brief, die anticipeert op de evaluatie van de zorgtrajecten die binnenkort afgerond wordt, wil VINO een beeld geven van de onzekerheid die in het veld heerst en daar soms tot negatieve reacties leidt. ‘Misschien was er te weinig overleg’, geeft VINO voorzichtig aan. “Wij willen meehelpen positief de krijtlijnen uit te zetten voor de zorgtrajecten en de reorganisatie van de chronische zorg.” Vervolgens focust de brief op drie thema’s: de multidisciplinariteitskeuze, de registratie en de financiële aspecten. 

“De LMN’s hebben geen probleem met het idee van multidisciplinariteit, maar wel met een al te rigide definitie ervan’, wordt het eerste probleem bondig samengevat. ‘De keuze om binnen de stuurgroepen overwegend monodisciplinair op te starten, was van strategische aard: het leverde een vertrouwenspositie bij de huisartsen op, die garant stond voor resultaten.” Van bij de start was echter duidelijk dat de toekomst multidisciplinair zou zijn. Wat voor problemen zorgt, is de formulering dat ‘alle medische en paramedische disciplines die deelnemen aan de zorgtrajecten in de stuurgroep vertegenwoordigd moeten zijn’.  “Het verengt multidisciplinariteit tot het al of niet aanwezig zijn van disciplines in de stuurgroep.”

Sjabloon 

Om het probleem om te lossen stelt VINO voor dat ‘op het einde van 2012 elke LMN aanvaard wordt die een duidelijke multidisciplinariteit in zijn werking aantoont’. Op de netwerkdag van 8 december stelt VINO een sjabloon ‘Multidisciplinariteit’ voor dat hierbij kan worden gebruikt. “Het zal een aantal procedures, opties en variaties uittekenen die op het terrein gebruikt kunnen worden om alle disciplines optimaal te engageren in de huidige zorgtrajecten en in de chronische zorgverlening. We vragen het Riziv met aandrang dat het zijn norm van ‘multidisciplinariteit’ niet verengt tot een verplichte aanwezigheid van elke discipline in de stuurgroep, maar dar ‘multidisciplinariteit in streven en uitwerken’ aangetoond wordt volgens diverse normen die in dat document als werkbaar en effectief worden voorgesteld.”

Tweede bron van ergernis en ongenoegen in het veld is de verplichte dataregistratie tussen mei en augustus 2012. Opnieuw hebben de LMN’s in se geen probleem met wat zij noemen de ‘morele verplichting van elke huisarts die een zorgtraject stapte om data te registreren en door te geven. “Dit was ons als engagement van in het begin duidelijk gemaakt, hoewel dit juridisch contractueel nooit werd vastgelegd.” Het probleem ligt volgens VINO dan ook niet bij de huisartsen, maar wel bij de overheid: “Jullie hebben ons altijd beloofd dat dit automatisch zou lopen vanuit een goede elektronische dossierregistratie. Na drie jaar zorgtrajecten wordt plots de startdatum van 1 mei vastgelegd, maar er is slechts tegen half juni informatie beschikbaar over welke pakketten ook een elektronische extractiemogelijkheid aanbieden. Er is uiteraard een mogelijkheid het supplementair en handmatig één voor één in te voeren. Maar dat is geen voor de hand liggende procedure. De inspanningen van de huisartsen inzake EMD-beheer worden niet beloond.”

80 euro 

VINO vindt het onaanvaardbaar dat de vergoeding van 80 euro afhankelijk gemaakt wordt van deze verplichting. “Dat is juridisch niet correct en contraproductief.’ VINO vreest verder dat de timing niet echt haalbaar is. ‘De twee vakantiemaanden juli en augustus komen er aan en om privacyredenen moet de data-extractie door de verantwoordelijke huisarts zelf gebeuren. De einddatum van 31 augustus wordt erg problematisch.” 

VINO is bereid, voor de eerste evaluatieoefening, de huisartsen te vragen dit – waar het elektronisch niet kan – een eerste keer zo goed mogelijk handmatig te doen. Voor volgende registraties, en voor meer verschillende zorgtrajecten in de toekomst is dit handmatige niet meer acceptabel. Elektronisch moet dan de norm zijn. “Als blijkt dat half juni onvoldoende pakketten klaargemaakt zijn, wees dan bereid om de einddatum aan te passen”, vraagt VINO. In de toekomst wil VINO de automatische dataregistratie gebruiken als feedbackondersteuning en om de kwaliteit van de zorg bij te sturen. De data mogen uiteraard niet als een individuele evaluatie, en dus zeker niet als beoordeling van elke betrokken huisarts, gebruikt worden. Worden de data teruggekoppeld per LMN, dan kunnen de stuurgroepen die gebruiken als middel om binnen de regio de kwaliteit te optimaliseren.

Een laatste thema in de brief van VINO is de financiële evaluatie. “Eind april kregen we een aantal ‘voorstellen’ voor de financiële marges en beheersnormen. Rijkelijk laat, want het jaar is al gebudgetteerd en het roadbook voor uitgaven voor 2012 vastgelegd. We zouden hier graag echt over onderhandelen.” Daarom stelt VINO tegen september een “goed voorbereid overleg voor over alle financiële aspecten. We verwachten een duidelijke agenda, die door beide partijen is opgesteld. De vergaderingen moeten plaatsvinden op een voor huisartsen haalbare plaats en tijdstip”, besluiten prof. Jan Heyrman en dr. Ralph Pacqueu, de beide covoorzitters van VINO.