KCE onderzoekt financiering van huisartsen in vijf Europese landen

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) publiceerde eind vorige week een rapport waarin het een overzicht geeft van de manier waarop in een aantal landen huisartsen gehonoreerd worden met een gemengd systeem van honoraria en forfaitaire betalingen. 

In november 2022 vroeg de reflectiegroep die de New Deal voor de huisartsenpraktijk uitwerkte, aan het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) een overzicht te maken van landen die als voorbeeld konden gelden voor het nieuwe systeem – de derde weg – die in de New Deal zou worden uitgewerkt om tot een synthese te komen van prestatie- en forfaitaire betaling van de huisarts(enpraktijk). Het rapport werd in februari aan de reflectiegroep bezorgd en eind vorige week door het KCE gepubliceerd voor het grote publiek. 

De landen die door het KCE onder de loep werden genomen, zijn Nederland, Frankrijk, Denemarken, Portugal en Estland. Hoewel al deze landen een gemengd financieringssysteem hebben, lopen de modaliteiten sterk uiteen, stelt het KCE vast. Ook onder andere de organisatie van de huisartsenzorg, het gemiddeld aantal patiënten en de rol als ‘gatekeeper’ verschillen sterk van land tot land. Zo varieert het aantal groepspraktijken (vanaf twee huisartsen) van 26% in Estland tot 100% in Portugal. Behalve in Frankrijk kennen de andere landen een organisatie waarbij verpleegkundigen in de huisartsenpraktijk aanwezig zijn. 

De vijf onderzochte landen hebben een gemengd financieringssysteem, maar de procentuele verdeling tussen per prestatie en forfaitair verschilt sterk. In Portugal is er bijna geen plaats meer voor prestatiebetaling, terwijl dat in Frankrijk goed is voor 78% van het huisartseninkomen. 

Filip Ceulemans