Driekwart van de jongeren tussen 16 en 25 jaar gaat wel eens op zoek naar gezondheidsinformatie. Eén op vier geeft aan die moeilijk tot heel moeilijk te begrijpen. Bovendien kan slechts iets meer dan de helft het onderscheid maken tussen betrouwbare en onbetrouwbare informatie. Dat blijkt uit een studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen.
Naar aanleiding van een symposium over jongeren en hun gezondheid namen de Onafhankelijke Ziekenfondsen een enquête af bij duizend jongeren tussen 16 en 25 jaar om te peilen hoe zij met gezondheidsinformatie omgaan. Driekwart van de jongeren geeft aan wel eens op zoek te gaan naar informatie over gezondheid. Van hen geeft driekwart aan dat de informatie makkelijk te verstaan is en bruikbaar. Iets meer dan de helft geeft aan het onderscheid te kunnen maken tussen betrouwbare en niet-betrouwbare informatie. Hoe ouder, hoe makkelijker men het onderscheid zegt te kunnen maken. Dat betekent wel dat een kwart van de jongeren die gezondheidsinformatie zoekt, moeite heeft om die te verstaan.
Vier op tien zegt geen weet te hebben van specifiek op hen gerichte gezondheidsmaatregelen. Denk daarbij aan gratis tandverzorging, tussenkomst in de kost van brilglazen of een voordelig tarief voor voorbehoedsmiddelen. Nochtans maken jongeren zich wel zorgen over bepaalde aspecten van hun gezondheid: gezonde voeding, lichaamsbeweging, nachtrust en mentale gezondheid. Meisjes maken zich overigens opmerkelijk meer zorgen dan jongens. Ze hebben ook sneller het gevoel ongezond of minder gezond te leven, vooral wanneer het aankomt op lichaamsbeweging en mentale gezondheid. Jongens maken zich dan weer vaker zorgen over overmatig gamen of smartphonegebruik en over hun seksuele gezondheid (onveilige seks, soa’s en grensoverschrijdend gedrag).
Filip Ceulemans