Met de vergrijzing van de bevolking neemt het aantal patiënten met kanker toe. In de toekomst zal de zorg voor deze patiënten meer nog dan vandaag gedragen worden door de huisarts. Dat schrijven onderzoekers van het Nederlandse onderzoeksinstituut NIVEL in het tijdschrift Huisarts & Wetenschap.
In 2008 werd de diagnose van kanker bij 89 000 Nederlandse patiënten gesteld. In 2020 zal het aantal kankerpatiënten dat er jaarlijks bijkomt, waarschijnlijk stijgen tot 123 000. Niet alleen het aantal patiënten met kanker stijgt, ook de kans op overleving vijf jaar na diagnose stijgt. De gemiddelde huisarts in Nederland telt onder zijn patiënten 73 volwassenen die minder dan negen jaar geleden de diagnose van kanker kregen, waarvan 33 minder dan twee jaar geleden.
Omdat deze patiënten vaak last blijven hebben van de gevolgen van de ziekte – denken we maar aan vermoeidheid, gewrichts- of spierklachten, of infectieziektes – bezoeken ze vaker dan gemiddeld hun huisarts. De eerste twee jaar na de diagnose komen ze gemiddeld elf keer per jaar in contact met hun huisarts. De gemiddelde Nederlander houdt het op vier contacten met zijn huisarts per jaar. Het verschil tussen beide groepen is groot. Nochtans komt de patiënt met een kankerdiagnose niet enkel met klachten gerelateerd aan deze ziekte: twee à drie hangen samen met de diagnose kanker, drie houden verband met alledaagse klachten, één met psychosociale klachten en één met infectieziekten.
De conclusie van de onderzoekers van het NIVEL is duidelijk: de huisarts van de toekomst zal meer tijd moeten vrijmaken voor patiënten bij wie kanker is vastgesteld. Na de behandeling door een oncoloog, verschuift de zorg naar de huisarts. “Vanwege de verwachte toename van het aantal patiënten met kanker, het feit dat zij meer zorg nodig hebben en omdat er mogelijk ook zorg die nu in het ziekenhuis wordt geleverd, zal verschuiven naar de huisartsenpraktijk, zullen deze patiënten een groter aandeel van de tijd van huisartsen gaan vragen. Het is van belang dat alle betrokken partijen tijdig anticiperen op deze groeiende vraag naar zorg”, zegt teamleider Joke Korevaar op de website van het NIVEL.
