De Hoge Gezondheidsraad beveelt in een advies aan ook jongens te vaccineren met het HPV-vaccin.
Sinds 2007 beveelt de Hoge Gezondheidsraad (HGR) aan meisjes tussen 10 en 13 jaar te vaccineren tegen humane papillomavirussen om de ontwikkeling van baarmoederhalskanker en andere door HPV veroorzaakte kankers te voorkomen. Dat er een verband bestaat tussen een persisterende HPV-infectie en andere vormen van anogenitale kanker zoals vulva-, vagina-, penis- en anuskanker was al geweten. Recent werd ook de link aangetoond met sommige orofaryngeale kankers. In het licht van deze nieuwe wetenschappelijke studies verbreedt de HGR zijn advies en breidt het de doelgroep voor een vaccinatie uit.
Meest in het oog springend is de aanbeveling om over te gaan tot een algemene vaccinatie van adolescenten – dus meisjes én jongens – van 9 tot en met 14 jaar. De HGR beveelt een schema aan met twee dosissen van een adequaat HPV-vaccin (0-6 maanden), bij voorkeur in een schoolomgeving om de vaccinatiegraad zo hoog mogelijk te krijgen. Maar uiteraard kan elke arts de vaccinatie toedienen. Een inhaalvaccinatie wordt voorzien voor jonge vrouwen en mannen tussen 15 en 26 jaar. Adolescenten en volwassenen tussen 15 en 26 jaar die nog geen algemene profylactische vaccinatie kregen, kunnen op individuele basis door hun behandelende arts een vaccinatie aangeboden krijgen volgens een schema van drie dosissen (0, 1 of 2 en 6 maanden).