De meest recente cijfers van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) tonen aan dat de epidemische drempel voor griep bijna bereikt is. Maar om al te spreken van een griepepidemie in ons land is het nog te vroeg.
Tussen 5 en 11 januari consulteerden ongeveer 121 personen op 100 000 inwoners hun arts met een griepaal syndroom, luidt het bij het WIV. Een forse stijging tegenover de week ervoor en een benadering van de epidemische drempel. Om van een epidemie te spreken moet het aantal consultaties voor griepale syndromen echter hoger liggen dan 141 per 100 000 inwoners. Bovendien moet dat aantal gedurende twee weken vastgesteld worden en moet minstens 20% van de luchtwegstalen positief testen op het influenzavirus. Aan deze criteria is voorlopig niet voldaan.
De stijging doet zich voornamelijk voor bij mensen tussen 15 en 64 jaar. Virologische analyses tonen een toename aan van het aantal stalen dat positief is voor influenza. Sinds het begin van het griepseizoen circuleren er drie influenzavirussen in België: A(H1N1), A(H3N2) en B. De laatste weken is A(H3N2) goed voor 61% van de infecties. De twee overige subtypes komen overeen met de stam in het griepvaccin. Voor A(H3N2) circuleert er ook een stam die verschilt van die van het vaccin. Het is in dit stadium echter nog te vroeg om de mogelijke implicatie daarvan op de werkzaamheid van het vaccin in te schatten.
