Gezondheidszorgbudget 2019 goedgekeurd

De Algemene Raad van het Riziv keurde begin deze week de begroting en de begrotingsdoelstellingen van de ziekteverzekering voor volgend jaar goed. Eerder gaf ook al het Verzekeringscomité groen licht voor het budget van ruim 26,5 miljard euro.

In een reactie op de goedkeuring van het budget deelde minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) mee dat ze voor een drietal projecten extra budgetten vrijmaakt. Vijf miljoen euro heeft de minister veil voor de terugbetaling van dieetverstrekkingen bij de diëtist na doorverwijzing door de huisarts van kinderen met obesitas. Op die manier hoopt De Block het steeds prangender probleem van overgewicht en obesitas aan te pakken. Studies wijzen immers uit dat kinderobesitas het risico op obesitas verhoogt. Daarom hebben kinderen met obesitas binnenkort recht op een vergoeding voor zes sessies van minstens dertig minuten, wat overeenkomt met een behandelingsperiode van zes maanden. Kinderen (en hun ouders) hoeven dankzij de doorverwijzing door een huisarts niet langer langs gespecialiseerde centra te passeren. Die verhogen immers enkel de drempel om stappen te ondernemen. Ongeveer 75 000 kinderen hebben baat bij deze maatregel.

Maggie De Block zet tevens 1,4 miljoen euro opzij voor de geestelijke gezondheidszorg voor volwassenen. Dat geld moet worden gebruikt om minstens acht mobiele teams op te richten. Die moeten de reeds bestaande 45 teams ondersteunen. Voortaan worden patiënten van de mobiele teams geregistreerd zodat de overheid een beter zicht krijgt op welke zorg (ziekenhuisopnames, externe raadplegingen, geneesmiddelenverbruik) wordt aangeboden. Met die gegevens in de hand wil de minister de zorg verder verbeteren.

De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid stelt bovendien 2,2 miljoen euro ter beschikking voor de financiering van verschillende projecten binnen eHealth. Ze wil met name mobiele toepassingen (mHealth) een plaats geven binnen de reguliere gezondheidszorg. Om de kwaliteit en de veiligheid van de patiënt te garanderen, is gekozen voor een validatiepiramide. Op het tweede niveau van deze piramide moeten de toepassingen interoperabel zijn met alle relevante eHealth-basisdiensten en federale ‘Diensten met Toegevoegde Waarde’ zoals bijvoorbeeld Recip-e. Om bedrijven in staat te stellen deze interoperabiliteit te testen, stelt de minister van Volksgezondheid 300 000 euro ter beschikking voor de financiering van de testcentra voor eHealth.

Filip Ceulemans