In 2022 maakte bijna 20% van de rechthebbenden van de Belgische ziekteverzekering gebruik van de spoeddienst van een ziekenhuis. Dat blijkt uit cijfers die het InterMutualistisch Agentschap (IMA) recent publiceerde. Dit percentage is de afgelopen tien jaar geleidelijk gestegen, met een tijdelijke daling tijdens de coronacrisis. Patiënten met een dringend medisch probleem kunnen zich in eerste instantie wenden tot hun huisarts of de huisartsenwachtpost. Indien nodig kan de patiënt naar de spoeddienst, waar ze op drie manieren kunnen worden opgenomen: via interventie van de dienst 112, doorverwijzing van een huisarts of specialist, of op eigen initiatief. Patiënten die op eigen initiatief gaan, betalen meer remgeld om onnodig gebruik van de spoeddienst te ontmoedigen.
Kerncijfers en methodologie
Het gebruik van de spoeddiensten wordt geïdentificeerd aan de hand van de facturatie van het “A-honorarium”, dat de eerste zorg door een arts dekt. In 2022 werd 19,2% van de Belgen opgenomen op de spoeddienst, met een lichte stijging van het aantal opnames met een verwijsbrief en een grotere stijging van opnames zonder verwijsbrief. Ongeveer 23,4% van alle spoedopnames leidde binnen 24 uur tot een ziekenhuisopname, waarbij dit percentage bijna 50% was voor opnames met een verwijsbrief.
Leeftijds- en geografische verschillen
Het gebruik van de spoeddienst is het hoogst bij 80-plussers en kinderen jonger dan 5 jaar. Bij oudere patiënten leidt een groter percentage van de bezoeken aan de spoeddienst tot een ziekenhuisopname. Geografisch gezien wordt de spoeddienst vaker gebruikt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest dan in Vlaanderen. In Brussel is het gebruik vooral hoog bij kinderen jonger dan 10 jaar, terwijl in Wallonië het gebruik iets hoger ligt bij de leeftijdsgroep van 15 tot 35 jaar.
Socio-economische status en geslacht
Personen met recht op verhoogde tegemoetkoming maken vaker gebruik van de spoeddienst (26,1%) dan personen zonder dit recht (17,6%). Dit verschil is kleiner bij oudere leeftijdsgroepen. Personen met verhoogde tegemoetkoming hebben ook vaker een verwijsbrief en een iets hoger percentage van hun bezoeken leidt tot een ziekenhuisopname. In 2022 maakten iets meer mannen (19,6%) dan vrouwen (18,9%) gebruik van de spoeddienst, met kleine verschillen tussen leeftijdsgroepen.
Wim torbeyns
Reactie van Domus Medica
Domus Medica en Wachtposten Vlaanderen vragen al langer naar een nationale sensibiliseringscampagne waarin een correct gebruik van spoeddiensten en de huisarts van wacht centraal staat. Op beleidsniveau lijkt zo een campagne in de koelkast te zitten. Een veelgehoord argument om een nationale campagne nog niet uit te voeren was te veel versnippering in het landschap van de huisartsen. Sinds 2025 zijn er voor het volledige Belgische grondgebied huisartsenwachtposten actief in het weekend. Bovendien kan elke wachtdienst gebruik maken van het nummer 1733 (= 1733 fase 1), zelfs al werkt de weekwacht nog via wachtdienstonderdelen (WDO’s) en/of kan de regio nog geen gebruik maken van triage door de noodcentrales (= 1733 fase 2). Een uniforme boodschap verkondigen is dus mogelijk.
Aan huisartsenwachtposten en -wachtdiensten die nog geen gebruik maken van 1733 als het centrale contactnummer voor de wachtdienst, vragen we om dit zo snel mogelijk wél te doen. Meer info hierover kan verkregen worden bij expertisedomeinverantwoordelijke Out of Hours Care, Michiel Van Lysebetten (michiel.vanlysebetten@domusmedica.be). De FOD Volksgezondheid roepen we op om de nodige actie te ondernemen zodat de burger beter geïnformeerd wordt over het correct gebruik van spoeddiensten en huisartsenwachtposten/-diensten. De huisarts van wacht is er enkel voor het bieden van dringende, medische zorg die niet kan wachten tot de volgende dag.
Michiel Van Lysebetten
Expertisedomeinverantwoordelijke Out-of-Hours Care