In 2021 had 19% van de Belgen recht op een verhoogde tegemoetkoming voor zijn ziekteverzekering. Dat blijkt uit cijfers die het Intermutualistisch Agentschap (IMA) deze week publiceerde.
De verhoogde tegemoetkoming is een sociaal statuut voorzien voor personen en gezinnen met een laag inkomen of die een sociale uitkering ontvangen. Om voor deze groep de toegang tot de gezondheidszorg te vergemakkelijken, krijgen ze een hogere terugbetaling voor de kosten voor geneeskundige zorg en lagere drempels in het kader van de maximumfactuur. Gezien de criteria om dit statuut te verkrijgen, wordt het vaak gebruikt in onderzoek als een benadering voor een kwetsbare socio-economische status.
Hierbij moet enkele factoren rekening worden gehouden. Vanaf 65 jaar komen meer personen in aanmerking voor dit recht, aangezien de meesten een laag wettelijk pensioen ontvangen en met eventuele inkomsten van kapitaal wordt ,niet integraal rekening gehouden. Bovendien wordt het recht niet automatisch toegekend aan personen met een laag inkomen, maar moet het worden aan gevraagd. Daarom geeft de verhoogde tegemoetkoming waarschijnlijk een onderschatting voor het aantal mensen met een lager inkomen, terwijl het bij 65-plussers wellicht het aantal personen met een kwetsbare socio-economische status overschat.
In 2021 had 18,9% van de Belgen recht op een verhoogde tegemoetkoming, een percentage dat sinds 2007 voortdurend stijgt. Er zijn grote regionale verschillen. In Brussel heeft bijna één op drie (31,6%) recht op het statuut. In 2006 was dat ‘maar’ 17,9%. In Wallonië heeft 21,2% recht op het statuut (14,1% in 2006), in Vlaanderen 15,6% (11,6% in 2006). Bij de beroepsactieve bevolking (20 tot 64 jaar) volgen de cijfers dezelfde curve, maar liggen ze lager met respectievelijk 27,6% in Brussel, 18,6% in Wallonië en 11,5% in Vlaanderen.
Filip Ceulemans