Het Fonds voor de Beroepsziekten (FBZ) besliste begin deze maand op voorstel van staatssecretaris voor Sociale Zaken Philippe Courard om het 'hypothenar hamer syndroom', ofwel het 'drilboorsyndroom' toe te voegen aan de lijst met beroepsziekten.
Het hypothenar hamer syndroom is een minder bekende ziekte aan de hand die ervoor zorgt dat er een verminderde bloedtoevoer is naar de vingers. Het syndroom doet zich voor wanneer iemand herhaaldelijk de palm van zijn hand (in het bijzonder de hypothenare spieren) gebruikt zoals een hamer en dit om zaken te verpletteren, samen te drukken of te verdraaien. De aandoening komt het vaakst voor bij mannen van gemiddeld 40 jaar oud. Een aantal beroepen vertonen daarbij een uitgesproken risico: gebruikers van drilboren, automechaniekers, staalarbeiders, mijnwerkers, machinisten, slagers, timmermannen, metselaars en stellingbouwers.
In het recente verleden erkende het FBZ al enkele tientallen slachtoffers van het syndroom. Dat gebeurde via het open systeem, waarbij het slachtoffer zelf moet bewijzen dat zijn ziekte werd veroorzaakt door het werk. Door de erkenning als beroepsziekte moet het slachtoffer niet langer met dat bewijs komen. Dit zorgt voor een verkorting en een vereenvoudiging van de erkenningsprocedure van een beroepsziekte en de daarmee samenhangende schadevergoeding.
Alle praktische informatie over het aanvragen van een schadevergoeding is te vinden op de website van het FBZ: www.fbz.fgov.be.