De wettelijke en deontologische regels met betrekking tot het attesteren van arbeidsongeschiktheid blijven ongewijzigd. De arts is verplicht om de deontologische voorschriften te volgen zoals vastgelegd in artikel 26 van de Code van medische deontologie, het advies van de nationale raad van 19 september 2020 met betrekking tot het opstellen van medische documenten en het advies van de nationale raad van 18 juni 2022 over teleconsultaties in het huidige zorglandschap. Een arts is verantwoordelijk voor het objectief, voorzichtig, discreet en waarheidsgetrouw opstellen van medische documenten. De arts vermeldt daarbij geen gegevens over derden.
Een medisch attest van arbeidsongeschiktheid moet op de dag van de consultatie worden gedateerd. Het is mogelijk om de gezondheidstoestand van de patiënt te attesteren op een eerder moment op basis van objectieve medische gegevens.
De wet schrijft niet voor dat het ziekteattest moet worden opgesteld door een arts uit België in een officiële landstaal. Het ziekteattest dient echter wel de volgende zaken duidelijk weer te geven: de identiteit van de werknemer, de vermelding van de arbeidsongeschiktheid, de vermoedelijke duur ervan en of de werknemer al dan niet naar een andere plaats mag gaan voor controle. Bovendien moet het attest worden ondertekend door de betreffende (buitenlandse) arts.
Het ziekteattest moet worden opgesteld in een begrijpelijke taal, zodat de werkgever de wettelijke voorwaarden kan controleren.
De werkgever heeft het recht om een controlearts in te schakelen, zelfs wanneer de werknemer in het buitenland verblijft. Het is daarom belangrijk dat de werkgever op de hoogte is van de verblijfplaats van de werknemer. De werknemer mag de controle niet weigeren.
Yente Reinenbergh
Jurist