Er is nog steeds het duidelijke advies om alle uitstelbare zorg nu niet op te nemen en uit te stellen. Natuurlijk moeten huisartsen wel instaan voor de opvang van dringende medische zorgen, en zijn ze ook verantwoordelijk voor het geven van noodzakelijke zorg om de gezondheid van een patiënt niet in gevaar te brengen.
Dringende en noodzakelijke zorgen volgen 2 circuits: patiënten mogelijks besmet met COVID-19, en personen zonder aanknopingspunten met een mogelijke besmetting. Het is de telefonische inschatting die een huisarts toelaat om één van de 2 circuits te kiezen bij het geven van dringende en noodzakelijke zorgen. Voor wie mogelijks met COVID-19 besmet is, gaat het om telefonische opvolging, verwijzing naar triagepunt of spoed. Zonder verdenking op een COVID-19 infectie kunnen dringende en noodzakelijke zorgen in de eerstelijn verholpen worden.
Het is verleidelijk om de online agenda beschikbaar te stellen voor patiënten. Maar dat is geen goed idee… Hoezo? En als je er een mededeling aan toevoegt dat enkel personen zonder klachten van de bovenste luchtwegen een afspraak mogen boeken? Dan heb je een subjectieve, zeer persoonlijke selectie, én leg je een belangrijke verantwoordelijkheid bij de patiënt. Brengt een klinisch algoritme in de online agenda uitkomst? De patiënt antwoordt op een aantal vraagjes met ja of neen en krijgt op het einde al dan niet toegang tot het boeken van een afspraak. Dat zit knap in mekaar, maar in de huidige coronatijden is dergelijke aanpak niet te verkiezen buiten het persoonlijk, weliswaar telefonisch, gesprek met de patiënt. Want dat blijft de kern van de aanpak van deze epidemie.
Centraal in het coronabeleid is de zo nauwkeurig mogelijke scheiding tussen ‘besmet’ en ‘niet-besmet’. De arts in gesprek met zijn/haar patiënt is het best geplaatst om dit te evalueren, want we hebben geen test die snel en nauwkeurig het onderscheid maakt tussen patiënten met en zonder COVID-19. De bevraging naar klachten die mogelijk kunnen wijzen op een infectie met COVID-19 is het beste wat we hebben. Het vraagt concentratie en systematiek. Belangrijk is om te starten met een zo open mogelijke vraag, zoals: waar heb je last van? Doorvragen en verhelderen is de tweede stap om een juiste inschatting te maken; en net dat deel van een bevraging kan de arts veel beter dan eender welk automatisch algoritme. Ten slotte is het nog belangrijk om te weten of de lichaamstemperatuur verhoogd is.
Het meest nauwkeurig antwoord krijg je als de patiënt ook daadwerkelijk de temperatuur meet. Zelfs al is er maar een geringe aanwijzing voor koorts of een bovenste luchtweginfectie, dan komt de patiënt niet naar de praktijk!
Volgend lijstje kan helpen om de telefonische bevraging systematisch af te handelen. Is éénmaal het antwoord JA, dan komt de patiënt niet naar de praktijk:
- Is er koorts? Gemeten, of gaat het om zich koortsig voelen?
- Moet de patiënt hoesten? Of meer en anders hoesten dan gebruikelijk?
- Voelt de patiënt zich kortademig?
- Moet de patiënt meer sputum opgeven dan anders?
- Is er een pijnlijk gevoel in de spieren?
- Is er neusloop? Een verstopte neus? Niezen?
- Ruikt de patiënt minder goed?
- Is er smaakverlies?
- Heeft de patiënt diarree?
- Zijn er klachten van misselijkheid of braken?
Zijn patiënten zonder één van deze klachten vrij van het coronavirus? Dat is niet zeker… Vraag door naar de gezondheid van de gezinsleden (mensen die onder hetzelfde dak wonen). Heeft één van hen koorts of tekens die kunnen wijzen op COVID-19? Dan kan de opbeller besmet zijn, en daarom: niet naar de praktijk komen. Ten slotte vraag je na of er recent (voorbije week) nauw contact (dichter dan anderhalve meter, gedurende enkele minuten) geweest is met een patiënt die gekend is met COVID-19.
Wie mag er naar de praktijk komen? Mensen met een (voor hen) normale lichaamstemperatuur, zonder klachten die kunnen wijzen op een infectie met COVID-19, zonder gezinsleden met klachten en zonder recent nauw contact met een persoon die gekend is met COVID-19. Dit is een complexe inschatting, en daarom laat je dat best niet over aan het persoonlijk aanvoelen van de patiënt of het vernuft van een (star) algoritme.
Dirk Avonts