Het aantal mensen dat toestemming geeft voor transplantatie, neemt lichtjes toe. Dat blijkt uit het zopas gepubliceerde jaarverslag Orgadon van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en gezondheidsproducten.
Sinds 2020 levert het jaarverslag Orgadon kwantitatieve gegevens over donatie van menselijk lichaamsmateriaal. In 2020 telde Orgadon 8040 donoren, voor het overgrote deel levende donoren (6919). In 2021 steeg dat tot 9861 (8698 levende donoren) en in 2022 tot 10.950 (9587 levende donoren). Het aandeel van de levende donoren in deze periode bedraagt daarmee 87%. Hoewel het aantal overleden donoren een eerder beperkt aandeel inneemt in het totaal, is er toch ook een stijging vast te stellen van het percentage van het aantal overleden donoren in verhouding tot het totale aantal overleden personen in België. In 2020 was dat 0,88%, in 2021 1,03% en vorig jaar 1,17%.
De toename van het aantal overleden donoren is voor een deel te verklaren door toegenomen aantal wilsverklaringen waarin toestemming wordt gegeven voor donatie (21.713 in 2020 tegenover 24.059 in 2022). Tegelijk neemt het aantal wilsverklaringen waarin men zich verzet tegen donatie af (15.205 in 2020 tegenover 9585 in 2022). Hier hoort wel een kleine nuance bij: in 2021 (8309) steeg het in vergelijking met 2020.
Menselijk lichaamsmateriaal werd het voorbije jaar ook iets makkelijker afgestaan voor de productie van innovatieve geneesmiddelen die gebruikt worden in de strijd tegen de ziekte van Alzheimer of bepaalde vormen van kanker. Waren er in 2020 nog meer wilsverklaringen waarin verzet werd aangetekend dan toestemming (18.698 tegenover 13.737), dan is dat in 2022 nipt omgekeerd: 14.379 wilsverklaringen met verzet tegenover 14.701 wilsverklaringen met toestemming. Bij donatie voor wetenschappelijk onderzoek (wegnemen van een tumor, een lymfeklier of een kwab van een zieke lever) overheerst voorlopig nog meer scepsis: 15.142 wilsverklaringen waarin verzet wordt aangetekend tegenover 14.282 die toestemming geven.
Filip Ceulemans