In 2014 kregen meer dan 800.000 kinderen, ofwel vier kinderen op tien, een antibioticum (systemisch of oftalmologisch) voorgeschreven. Dat blijkt uit cijfers van het Riziv.
De groep die het best vertegenwoordigd zijn, is die van kinderen tussen 2 en 6 jaar oud (356.737), gevolgd door de 7- tot 11-jarigen (203.216) en de 12- tot 15-jarigen (137.831). Maar ook 42.459 kinderen jonger dan een jaar kregen antibiotica toegediend. Vergeleken met de pediatrische registers in het buitenland is het Belgische gebruik van smalspectrumpenicillines beperkt. Het gebruik van macroliden kent een dalende tendens na de kleuterleeftijd. In Duitsland is de tendens net omgekeerd en stijgt het verbruik met de leeftijd.
In procenten uitgedrukt heeft 24% van de Belgische kinderen in 2014 amoxicilline ingenomen, 12% amoxicilline + clavulaanzuur, 5% azithromycine en 9% druppels van bacitracine + neomycine. Een positieve vaststelling is alvast dat het aantal Belgische kinderen dat met antibiotica wordt behandeld in de periode 2012-2013-2014 een voortdurende daling kent. In 2012 kregen 891.716 kinderen antibiotica, in 2013 nog 861.031 en in 2014 828.813.
