Meer dan negen op tien Vlaamse huisartsen treden toe tot het akkoord dat artsen en ziekenfondsen eind vorig jaar bereikten in de medicomut.
Eind vorig jaar bereikten artsensyndicaten en ziekenfondsen in de medicomut een tariefakkoord voor 2016-2017. Vandaag maakte het Riziv cijfers bekend waaruit blijkt dat artsen, en zeker huisartsen, massaal tot dat akkoord toetreden. De globale toetreding (voor het hele land en huisartsen en specialisten samen) bedraagt 84%. Vooral de huisartsen (88,54%) zorgen voor dit hoge percentage. Binnen de groep van de huisartsen zijn het vooral de Vlamingen die het percentage omhoogstuwen. In Vlaanderen is 91,79% van de huisartsen geconventioneerd, in Wallonië 86,28% en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 80,31%. Deze cijfers liggen in de lijn van het aantal (huis)artsen dat ook toetrad tot het akkoord 2015.
Zoals steeds bestaan er grote regionale verschillen. Limburg kent het hoogste aantal geconventioneerde huisartsen (96,55%). De Vlaamse provincie waar het akkoord het vaakst verworpen wordt (12,71%) is Antwerpen. Dat hoge percentage afwijzingen van het akkoord is grotendeels toe te schrijven aan het arrondissement Turnhout waar één huisarts op vijf (20,29%) zegt niet tot het akkoord toe te treden.
Geven de huisartsen als groep hun akkoord aan de conventie, dan geldt dat ook voor de meeste specialismen. Bij de geriaters is zelfs 98,70% toegetreden, wat betekent dat zegge en schrijve vier geriaters zich deconventioneerden. Ook de spoedartsen (98,34%) en de oncologen (96,43%) conventioneerden massaal. Bij drie specialismen haalde de conventie geen meerderheid: de dermatologen (30,99% toetredingen), de plastische chirurgen (41,67%) en de oogartsen (42,32%).
Wie de resultaten in detail wil bestuderen, kan de gegevens terugvinden op de website van het Riziv.
