94% van de Vlaamse huisartsen treedt toe tot conventie

Van alle artsengroepen zijn de Vlaamse huisartsen het meest geneigd toe te treden tot de conventie. Dat blijkt uit de officiële cijfers die het Riziv bekendmaakte. 

Zowel in Vlaanderen (94,18%) als in Wallonië (91,51%) treden meer dan negen op tien huisartsen toe tot de conventie. In Brussel (89,48%) wordt dat cijfer net niet gehaald. Binnen Vlaanderen zijn er relatief grote verschillen vast te stellen tussen diverse arrondissementen. Een regio waar traditioneel iets minder huisartsen conventioneren, is Turnhout. Dat is nu met 81,60% niet anders. In Maaseik is dan weer 99,75% van de huisartsen geconventioneerd. Slechts één van de 408 huisartsen (000 tot 009) besliste er niet tot de conventie toe te treden. Ieper haalt met 98,28% en drie niet-geconventioneerde huisartsen een soortgelijk cijfer.  

Traditioneel ligt de conventiegraad bij specialisten lager dan bij huisartsen. Ook dat is dit jaar niet anders. De Vlaamse specialisten scoren hier het laagst (78,46%), terwijl de Waalse specialisten meer geneigd zijn zich te conventioneren (88,91%). De Brusselse specialisten zitten daar met 82,98% tussen. De specialismen met de laagste conventiegraad zijn dermatologie (30,96%), oftalmologie (39,15%) en plastische chirurgie (43,88%). Bij de specialisten wordt de hoogste conventiegraad bereikt bij acute geneeskunde en urgentiegeneeskunde (98,49%), medische oncologie (98,45%) en klinische biologie (97,92%). 

Filip Ceulemans