Bijna acht procent van de bevolking betaalde in 2020 dusdanig veel remgeld dat ze hun plafondbedrag van de maximumfactuur bereikten. Dat blijkt uit cijfers van het Intermutualistisch Agentschap (IMA). De dalende tendens die in 2018 werd ingezet, krijgt zo een vervolg.
8,5% van de Belgische gezinnen, goed voor ongeveer 8% van de Belgen, bereikte in 2020 het grensbedrag van de maximumfactuur. Wat individuele rechthebbenden betreft, scoorden Brussel (6,86%) en Vlaanderen (7,71%) lager dan het nationale gemiddeld (7,86%), Wallonië (8,5%) iets hoger. Kijken we naar de MAF-gezinnen dan ligt het percentage in Brussel (6,75%) beduidend lager dan het nationaal gemiddelde (8,68%). Vlaanderen scoort net iets hoger (8,74%). Ook voor de MAF-gezinnen ligt het percentage het hoogst in Wallonië (9,28%).
Tot 2019 bleef het percentage relatief stabiel (tussen 11,43% en 12,70%). In 2019 zette zich een daling in die onder meer te verklaren is door de overdracht van de bevoegdheden voor geriatrische en revalidatieziekenhuizen naar de gewesten. De remgelden die hier worden betaald, worden niet langer meegeteld in de federale som. Het is maar de vraag of de daling ook dit jaar wordt doorgezet. De bevoegde federale en regionale ministers bereikten immers in september van dit jaar een akkoord om de regionale remgelden in de toekomst terug te laten meetellen in de maximumfactuur. De daling van 2020 is ook deels te verklaren door de corona-epidemie, toen veel niet-dringende ingrepen werden uitgesteld.
De maximumfactuur wordt bepaald aan de hand van het netto belastbaar gezinsinkomen. Tot 2020 werd onderstaande tabel toegepast. Sinds 2020 is inkomensschijf A opgesplitst en kwam er een bijkomende laagste inkomensschijf van 0 tot 11.120 euro. Voor hen geldt een plafondbedrag van 250 euro.
Inkomensschijf |
Plafondbedrag |
---|---|
A: 0 tot 19 277,55 |
477,54 euro |
B: van 19 277,56 tot 29 635,62 |
689,78 euro |
C: van 29 635,63 tot 39 993,73 |
1 061,20 euro |
D: van 39 993,74 tot 49 920,24 |
1 485,68 euro |
E: vanaf 49 920,25 |
1 910,16 euro |
Filip Ceulemans