Ongeveer één op dertien leden van de Onafhankelijke Ziekenfondsen (OZ) deed in 2020 geen beroep op een zorgverstrekker. Uit een enquête onder haar leden blijkt dat één op vijf de zorgvraag om financiële redenen uitstelt.
In het coronajaar 2020 deed één op dertien leden van de Onafhankelijke Ziekenfondsen geen beroep op terugbetaalde gezondheidszorg. Om te weten welk profiel deze mensen hebben, lanceerde het ziekenfonds een bevraging waaraan 6443 leden deelnamen. Een eerste belangrijke reden om zorg uit te stellen, is de COVID-19-pandemie: twee op vijf stelden om die reden zorg uit. Vooral op mond- en tandzorg werd ingeboet. Eén op vijf stelt een zorgvraag uit omwille van financiële redenen, één op acht omdat hij de uitleg van de zorgverstrekker toch niet begrijpt.
Uit de rondvraag komt een beeld naar voor van de groep die geen beroep doet op terugbetaalde gezondheidszorg:
- Het zijn vaker mannen
- Ze wonen minder vaak samen met partner en kinderen
- Ze lijden minder vaak aan chronische aandoeningen en beschouwen hun fysieke gezondheid vaker als uitstekend. Ze vinden van zichzelf dat ze gezond zijn, hoewel ze minder vaak sporten
- Ze hebben angst voor bepaalde onderzoeken
- Ze zeggen geen tijd te hebben om een afspraak met een zorgverstrekker te maken
- Ze weten minder vaak bij welke zorgverstrekker ze terechtkunnen
De OZ willen het probleem onder meer aanpakken door de gezondheidsgeletterdheid te verbeteren door heldere en verstaanbare informatie over gezondheidszorg ter beschikking te stellen. Daar hoort ook het bekendmaken van de beschikbare, al dan niet geconventioneerde zorgverstrekkers bij. De wachtlijsten moeten dringend worden aangepakt volgens het ziekenfonds en tot slot is het cruciaal komaf te maken met de negatieve perceptie en het stigma dat heerst rond bijvoorbeeld psychiaters en psychologen. Uit de enquête blijkt immers dat heel wat leden van het ziekenfonds (meer dan 40%) zelfs bij problemen weigert deze groep zorgverstrekkers te raadplegen.
Filip Ceulemans