Project vroegdetectie van amblyogene factoren

29 mrt 2012

In de regio’s Hasselt en Leuven loopt sinds 2008 een proefproject van Kind en Gezin voor vroegtijdige oogscreening op amblyogene factoren. De nieuwe oogtest werd intussen in gans Limburg en in een deel van Vlaams Brabant ingevoerd.

In 2012 wordt het programma verder geïmplementeerd in de provincies Antwerpen en in de rest van Vlaams-Brabant en Brussel. Vanaf begin 2013 volgen dan Oost- en West- Vlaanderen.

Een korte situering

De visuele ontwikkeling bij het jonge kind is een van de parameters die tijdens de consultaties van Kind en Gezin worden opgevolgd. In de praktijk is de uitvoering van het voorziene oogonderzoek niet voor de hand liggend. Daarom is Kind en Gezin op zoek gegaan naar een elektronische test die het oogonderzoek kan standaardiseren en kwalitatief verbeteren. De bedoeling is amblyogene factoren zo vroeg mogelijk op te sporen, zodat een behandeling kan worden ingesteld vooraleer amblyopie zich ontwikkelt.

Het nieuwe toestel, een automatische infrarood videorefractometer afgeleid van de Powerref (PlusOptix), voert een binoculaire meting uit van ondermeer refractie en oogstand. Op basis van vastgelegde cut-off-waarden wordt het besluit om al dan niet te verwijzen automatisch weergegeven. Bij een positief resultaat wordt dit, samen met de administratieve kindgegevens, in de verwijsbrief naar de oogarts afgedrukt, zoals bv.:

  • Aan de ouders wordt een kopij van de verwijsbrief meegegeven voor de behandelende arts.
  • Het resultaat van de screening wordt door de oogarts getoetst aan een volledig oogheelkundig onderzoek.
  • Het protocol voorziet in een uniform diagnostisch oogonderzoek en in een verslag dat bezorgd wordt aan de hoofdarts van Kind en Gezin.

Deze vroegscreening steunt op de wetenschappelijke evidentie dat vroegtijdige detectie van amblyogene factoren bij jonge kinderen met opvolging/behandeling door de oogarts de prevalentie van amblyopie op de leeftijd van 7 jaar aanzienlijk kan doen afnemen.

In samenwerking met alle Vlaamse universitaire oogheelkundige diensten werd een validatiestudie uitgevoerd, waarmee de intrinsieke waarde van het toestel werd bevestigd. Deze diensten vormen de wetenschappelijke adviesraad die de procedures van screenen en verwijzen heeft uitgewerkt en die dit programma opvolgt.

Enkele resultaten

Graag willen we u hierbij ook enkele recente preliminaire resultaten bezorgen:

In de regio’s Hasselt en Leuven, die al enige tijd werken, werden tot oktober 2011:

  • 8745 kinderen getest
  • 568 testen waren positief en de kinderen werden verwezen = 6,5% verwezen
  • In de ontvangen rapporten werd de vastgestelde amblyogene factor:
    • bevestigd bij 66,3%
    • niet bevestigd bij 14,9%
  • Bij 18,8% verliep het onderzoek te moeilijk voor diagnostisch onderzoek.
  • Nagenoeg alle kinderen werden door de oogarts verder opgevolgd voor controleonderzoek of behandeling.

Omdat het belangrijk is dat ook huisartsen, pediaters en CLB-artsen op de hoogte zijn van dit initiatief en het mee kunnen dragen, willen we deze informatie ook aan u richten.
Wenst u meer informatie, dan kan dit via de provinciaal adviserend arts van uw provincie, via een mail aan de hoofdarts van K&G.
Indien u het interessant en nuttig vindt, dan kan het Vlaams programma van oogscreening ook op een LOK-groep worden voorgesteld.

Dr. E. Van Kerschaver
wetenschappelijk adviseur-hoofdarts K&G
projectverantwoordelijke