Open brief: Met spoed naar de wachtpost?

4 mrt 2013

In het wetenschappelijke tijdschrift van Domus Medica verscheen deze maand een artikel van dr. Jonathan Van Bergen over informele triage in een huisartsenwachtpost. Volgens dit rapport schatten onthaalmedewerkers in een wachtpost sommige urgentieklachten niet altijd correct in. Wat weten we over deze telefonische triage en liggen oplossingen voor de hand?

Het onderzoek van dr. Jonathan Van Bergen kadert in een proefproject van de huisartsenwachtpost in Brugge, waarbij alle oproepen uit 2010 geanalyseerd werden. In totaal betrof het zo'n 5216 telefoons. De meeste oproepen konden onthaalmedewerkers correct inschatten, maar in een minderheid van de gevallen werden urgenties niet herkend. In het bijzonder kortademigheid en pijn op de borst werden slecht ingeschat. Ook voor huisartsen en andere hulpverleners blijft het vaak moeilijk om deze vage klachten aan de telefoon correct in te schatten.

Huisartsenwachtposten zijn in België een recent fenomeen. De eerste huisartsenwachtpost opende pas tien jaar geleden zijn deuren (Deurne-Borgerhout). Sindsdien komen er jaarlijks verschillende wachtposten bij. De huisartsenwachtposten functioneren goed, zijn veilig en laagdrempelig. Bovendien zijn patiënten erg tevreden over de hulp op de huisartsenwachtposten, zowel wat de kwaliteit van de zorg als de wachttijden betreft.
Om de gezondheidszorg in de toekomst betaalbaar te houden zullen huisartsenwachtposten tijdens het weekend meer en meer het eerste aanspreekpunt worden. Hierdoor kunnen spoeddiensten hun belangrijke urgentietaak blijven opnemen, zonder overlast van andere klachten die de huisarts zelf kan behandelen.

Momenteel bestaat er geen 'formele' telefonische triage in de huisartsenwachtposten en is er dus ook geen enkel gevaar voor de patiënten. Integendeel, iedere wachtpost eender waar in Vlaanderen hanteert de spelregel dat bij iedere twijfel over de dringendheid van een vraag van de patiënt, de oproep doorgeschakeld wordt naar de arts. Deze beslist of een oproep dringend is of niet.

Op termijn voorziet de federale overheid ondersteuning van het onthaalpersoneel in de wachtpost om geleidelijk aan 'formele' telefonische triage in te voeren, zoals dat al meerdere jaren het geval is in Nederland en Denemarken. Omdat dit een volledig nieuw gegeven is in de Belgische eerste lijn, is het belangrijk eerst de noden of hiaten te verkennen om op termijn telefonische triage op een veilige manier in te voeren. Volgens het onderzoek van dr. Jonathan Van Bergen schatten onthaalmedewerkers zonder opleiding en taakafspraken urgenties niet altijd correct in. Wil men telefonische triage op een veilige manier invoeren, dan is er dus nood aan ondersteuning en opleiding van het onthaalpersoneel.

Domus Medica, vereniging van huisartsen en kringen in Vlaanderen en Brussel, investeert mee in de toekomst van deze wachtposten. Dankzij kwalitatieve praktijkprojecten als die van dr. Jonathan Van Bergen houden wij een vinger aan de pols en kunnen wij het beleid correct adviseren en de kwaliteit van zorg verbeteren. Een professionele scholing van de onthaalmedewerkers op een huisartsenpraktijk en in een wachtpost is noodzakelijk voor het kwaliteitsvol verwerken van telefonische oproepen, zoals blijkt uit dit onderzoek. Bij urgente klachten kan dit een belangrijke tijdswinst voor de patiënt opleveren.

Dr. Jonathan Van Bergen, dr. Hilde Philips, dr. Roy Remmen en dr. Samuel Coenen Vakgroep Eerstelijns- en Interdisciplinaire Zorg, Universiteit Antwerpen
Dr. Stefan Teughels, voorzitter Wachtposten Vlaanderen
Dr. Maaike Van Overloop, voorzitter Domus Medica


Zie ook:

J. Van Bergen, L. Huibers, P. Vandevelde, H. Philips, R. Remmen, Informele telefonische triage in een huisartsenwachtpost. Hoe schatten secretaresses de urgentie in? Huisarts Nu 2013;42(1):31-36.

Hieronder de Open brief zoals hij door dr. Jonathan Van Bergen naar de pers werd gestuurd.

Geachte,

Met spijt las ik afgelopen vrijdag dat uw krant kopte “huisartsenwachtposten functioneren ondermaats”.  De boodschap die hiervan uitgaat strookt niet met de inhoud van het artikel en nog minder met de werkelijkheid.

Het onderzoek waarnaar verwezen wordt, ging na hoe dringend onthaalmedewerkers op de huisartsenwachtpost in Brugge een klacht telefonisch inschatten. Deze inschatting werd achteraf vergeleken met de evaluatie van de arts die de patiënt behandelde. De boodschap die dan ook volgt uit ons onderzoek is dat onthaalmedewerkers op een huisartsenwachtpost niet geschikt zijn om de urgentie van een oproep in te schatten en dus aan triage te doen. Dit is een aspect van de werking van een huisartsenwachtpost. 

De aangehaalde krantenkop doet echter vermoeden dat er een disfunctioneren is van de huisartsenwachtposten in meerdere aspecten en dat is niet het geval. Huisartsenwachtposten zijn in België een recent fenomeen. De eerste huisartsenwachtpost opende pas tien jaar geleden zijn deuren (Deurne-Borgerhout). Sindsdien komen er jaarlijks verschillende wachtposten bij. De huisartsenwachtposten functioneren goed, zijn veilig en laagdrempelig. Bovendien zijn patiënten erg tevreden over de hulp op de huisartsenwachtposten, zowel wat de kwaliteit van de zorg als de wachttijden betreft. 

Om de gezondheidszorg in de toekomst betaalbaar te houden zullen huisartsenwachtposten tijdens het weekend meer en meer het eerste aanspreekpunt worden. Hierdoor kunnen spoeddiensten hun belangrijke urgentietaak blijven opnemen, zonder overlast van andere klachten die de huisarts zelf kan behandelen. Om de drukte op de huisartsenwachtenposten het hoofd te bieden zal de huisarts de hulp moeten krijgen van praktijkondersteuners zoals onthaalmedewerkers. Een van de taken die zij zouden kunnen opnemen is triage van telefonische contacten. Omdat dit een volledig nieuw gegeven is in de Belgische eerste lijn, wil dit onderzoek de noden of hiaten verkennen om op termijn telefonische triage op een veilige manier in te voeren. Een duidelijke vaststelling is dat professionele scholing van onthaalmedewerkers op een wachtpost noodzakelijk is om telefonische oproepen kwaliteitsvol te verwerken. 

Bovendien geeft dit onderzoek duidelijk aan naar welke klachten precies onze aandacht zal moeten gaan als telefonische triage ooit ingevoerd wordt: dit zijn vooral pijn op de borst, kortademigheid, maar ook naar snijwonden en een onwel gevoel. 

Momenteel wordt telefonische triage in geen enkele wachtpost, ook niet in Brugge, toegepast. Op termijn voorziet de federale overheid wel ondersteuning van dit onthaalpersoneel om geleidelijk aan ‘formele’ telefonische triage in te voeren zoals al meerdere jaren het geval in Nederland en Denemarken. 

Dr. Jonathan Van Bergen, Vakgroep Eerstelijns- en Interdisciplinaire Zorg, Universiteit Antwerpen