KCE evalueert de gezondheidszorg voor chronisch zieken

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) analyseerde de prestaties van het Belgische gezondheidszorgsysteem specifiek voor mensen met een chronische ziekten. Dat het aantal mensen dat lijdt aan een chronische ziekten jaarlijks toeneemt, is gekend en wordt opnieuw bevestigd. Overheden namen reeds diverse maatregelen om zorgverleners en patiënten te faciliteren in een meer kwalitatieve en toegankelijke chronische zorg. De vraag die het KCE zich stelt in hun recentste rapport: wat is het resultaat van deze inspanningen tot nu toe?

Wat er goed gaat: de arts-patiëntrelatie, zorgtrajecten diabetes en de referentie apotheker

  • Chronische patiënten zijn over het algemeen zeer tevreden over de tijd die de arts met hen besteed. Zij waarderen de ontvangen uitleg, de betrokkenheid bij beslissingen over de zorg en de ruimte om zorgen te uiten over aanbevolen behandelingen. In 2018 rapporteerde 95,4% van de Belgen positief over hun betrokkenheid bij de beslissingen over hun behandeling en zorg. Daarmee stond België in 2020 in een vergelijking met 11 OESO-landen op de tweede plaats.
  • De zorgtrajecten voor patiënten met diabetes (anno 2009) worden op grote schaal toegepast. Ook het aantal "vermijdbare" ziekenhuisopnames voor diabetespatiënten is gedaald. Dit indiceert een doeltreffende opvolging van deze patiënten in de eerste lijn. Immers, een goede opvolging in de eerste lijn voorkomt de ontwikkeling van complicaties en ziekenhuisopname. Momenteel worden vooral diabetici behandeld met insuline opgevolgd binnen een zorgtraject. Dit zou nog meer kunnen voor diabetici die met andere hypoglycemische geneesmiddelen worden behandeld.  
  • Sinds oktober 2017 kunnen patiënten met chronische aandoeningen ondersteunt worden door een "referentie-apotheker". De referentieapotheker registreert de verstrekte geneesmiddelen in het (elektronisch) farmaceutisch dossier en verstrekt een medicatieschema voor de patiënt waar andere zorgverleners toegang toe hebben. In 2019 had 28,5% personen met het RIZIV-statuut chronische aandoening een referentieapotheker. Deze maatregel begint dus geleidelijk ingang te vinden, maar kan nog vaker worden toegepast. Ze is niet van toepassing op bewoners van woonzorgcentra. 

Waar er ruimte zit voor verbetering: preventie, het GMD en financieel toegankelijkheid van zorg 

  • Preventie blijft een belangrijk punt. De screening op borstkanker is nog steeds te laag in vergelijking met het Europese gemiddelde, zowel voor personen met als zonder chronische ziekten. Regelmatig contact met een tandarts komt over het algemeen vaker voor bij mensen met een chronische ziekte, maar neemt evenredig af met de leeftijd (als gevolg van de verlaging van het vergoede deel vanaf 18 jaar). Het is absoluut noodzakelijk dat de tandheelkundige zorg bij ouderen (met of zonder chronische ziekte) wordt versterkt. 
  • Het percentage chronische patiënten dat bij de huisarts een Globaal Medisch Dossier (GMD) heeft geopend ligt hoger dan dat van de algemene bevolking. Dat bevestigt dat meer chronische patiënten een vaste huisarts hebben. Het aantal GMDs lijkt de laatste jaren alleen niet verder te zijn toegenomen. Hier ligt nog ruimte voor verbetering. 
  • Chronische patiënten melden dat zij meer medische zorg uitstellen om financiële redenen. Vooral bij die zorg waarvoor een aanzienlijk eigen bijdrage nodig is, zoals bij tandzorg of bezoeken aan specialisten. Ook is het zorgwekkend dat veel chronisch patiënten niet op de hoogte zijn van de bestaande rechten en beschermingsmaatregelen waarop ze aanspraak zouden kunnen maken, zoals het RIZIV-statuut chronische aandoening. Het is een vreemde paradox dat zorgverstrekkers bij alle inspanningen om de meest geschikte behandeling en zorg te bieden, vaak voorbijgaan aan het financiële aspect ervan. Het KCE roept de verschillende zorg- en sociale actoren dan ook op om deze mensen proactiever te informeren over hun rechten en zo de financiële toegankelijkheid van zorg voor chronische patiënten te verbeteren.

Ruimte voor nuance: geen eenduidige definitie van chronische ziekten 

Chronische aandoeningen hebben een grote impact op het welzijn van personen, hun maatschappelijke participatie en hun directe omgeving. De enorme draaglast maakt hen kwetsbaar. Er bestaat in België geen officiële definitie van chronische ziek. Dit bemoeilijkte de identificatie van mensen met een chronische ziekte in de gegevensbanken. Dat verlangde een zekere creativiteit van de onderzoekers om beschikbare gegevens vanuit onder andere ziekenfondsen, Gezondheidsenquête van Sciensano en het FOD Volksgezondheid, te vinden en vergelijken. Daarom wordt het rapport best met enige voorzichtigheid geinterpreteerd. 

Lees hier het volledige KCE rapport. 

 

Provinciale studiedagen 'Organisatie van Chronische Zorg in de Huisartsenpraktijk' 

De huisartsenpraktijk speelt een belangrijk rol in de zorg voor personen met chronische ziekten. Het groeiende aantal mensen met complexe ondersteuningsnoden vergroot de druk op de huisartsenpraktijk. Het organiseren van proactieve en planmatige zorg die zowel de somatische, psychologische en sociale noden omvat is een grote uitdaging.  Om in te spelen op deze uitdaging organiseert Domus Medica samen met de Universiteit Antwerpen in het najaar van 2022 zes provinciale studiedagen (1 per provincie + Brussel). Tijdens deze studiedagen willen we huisartsen en hun team inzicht geven in de wijze waarop de chronische zorg georganiseerd kan worden en reiken we handvaten aan om zelf aan de slag te gaan met één concreet verbeterproject in de eigen praktijk. Meer informatie over de studiedagen volgt binnenkort. 

 

Interessante links: 

Verder lezen 

 

 

Emy Kool 

Expertisedomeinverantwoordelijke chronische zorg