Huisartsen willen billijke vergoeding en nodige assistentie

27 nov 2013

De Belgische huisartsen gaan nieuwe opdrachten die de overheid hen wil opleggen niet uit de weg. Maar daar willen ze dan ook een billijke vergoeding en de nodige assistentie voor. Na Impulseo eisen ze nu ook Assisteo.

Overmorgen, donderdag 28 november,  wordt de Nationale Conferentie Chronische Zorg  de aanzet tot de grondige reorganisatie van de chronische zorg in ons land. Daarbij wordt heel wat verantwoordelijkheid toebedeeld aan de huisartsgeneeskunde.

De gezondheidszorg van ons land wordt  immers de komende decennia met grote uitdagingen  geconfronteerd. Hierbij denken we met name aan de gevolgen van de vergrijzing en de sterke stijging van patiënten met multi-morbiditeit, kwetsbare ouderen, patiënten met complexe zorgvragen en toenemende sociale ongelijkheid in de gezondheid. Indien we de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg voor deze patiëntengroepen willen waarborgen, zal de zorgverlening aan patiënten met chronische ziekten een prioriteit moeten blijven vormen voor de verschillende beleidsniveaus. Omdat men niet de fouten uit het verleden wil herhalen hebben ditmaal de  Academische Vakgroepen Huisartsgeneeskunde, de beroepsgroepen van de  Vlaamse en Franstalige huisartsen,  de Vereniging van Wijkgezondheidscentra en de Maisons Médicales zelf een Academisch Platform Chronische Zorg opgericht.

Dit Platform wil niet de zoveelste praatclub zijn maar wil fungeren  als een denktank die samen met de overheid modaliteiten wil uitwerken om zorginnovaties in de chronische zorg te realiseren. Daar zijn echter duidelijke voorwaarden aan verbonden. Integreren van de zorg rond de individuele patiënt is immers een kernopdracht van de huisartsgeneeskunde. Tienduizend huisartsen in België zijn daar academisch voor opgeleid en hebben daarin een ruime ervaring opgebouwd.

Twee belangrijke voorwaarden worden alvast naar voren geschoven.

Allereerst dient de huisartspraktijk uitgebreid te worden met een verpleegkundige discipline, zodat een chronisch zorgteam ontstaat van tenminste de huisarts, de praktijkassistente en de praktijkverpleegkundige samen. Er wordt dus gepleit om naast het bestaande ‘Impulseo' programma, dat praktijkassistentie ondersteunt, ook een ‘Assisteo' programma te creëren.

Ten tweede wordt gepleit om programma's niet langer per ziekte op te delen, waarbij voor elke aandoening afzonderlijke disciplines en specialistische supervisoren in stelling worden gebracht. In een tijd waarin multimorbiditeit de regel is, en mensen verschillende chronische aandoeningen tegelijk hebben, dient de integratie van de chronische zorg rond de individuele patiënt te worden ondersteund.

Het Academisch Platform pleit ervoor om tenminste met drie, en zo mogelijk vijf, welomschreven chronische condities op te starten. Het Academisch Platform werkte een aantal procedures uit waarbij dit mogelijk is. De overheid zou bijvoorbeeld zelf kunnen vastleggen welke patiënten één of meerdere van de gekozen chronische aandoeningen heeft, en op die manier onafhankelijk omschrijven welke chronische populatie elke huisarts gevraagd wordt te verzorgen. Op basis van het aantal chronische patiënten zou elke huisartspraktijk ondersteuning moeten krijgen om praktijkverpleegkundige hulp in te schakelen.

Het blijft niet bij een aankondiging. Wij willen hier werk van maken en daarom treedt de Vrije Universiteit Brussel hierbij op als de coördinerende instantie. Het doel van dit Platform is om  de beleidsmakers een uniform standpunt mee te delen t.a.v. belangrijke themata in de chronische zorg. Omdat we van oordeel zijn dat de verschillende beleidsniveaus een coherent beleid dienen te voeren op het vlak van de chronische zorg, zullen de standpunten telkens worden overgemaakt aan alle beleidsmakers. Het Academisch Platform Chronische Zorg zal trachten minstens drie keer per jaar een tekst over te maken waarin een onderbouwd standpunt wordt geformuleerd t.a.v. prioritaire themata in de chronische zorg. Een eerste thema zal betrekking hebben op de multidisciplinaire versterking van de huisartspraktijken.

Voor de Vlaamse Universiteiten en Beroepsvereniging

Prof. Dr. Dirk Devroey (VUB)

Prof. Dr. Jan De Maeseneer (UGent)

Prof. Dr. Roy Remmen (UA)

Prof.Dr.Jan De Lepeleire (KUL)

Dr. Maaike Van Overloop (Domus Medica)

Dr. Bruno Art (Vereniging van Wijkgezondheidscentra)

Voor de Franstalige Universiteiten en Beroepsvereniging

Prof.Dr. Jan Degryse (UCL)

Prof. Dr. Didier Giet (Ulg)

Prof.Dr. Marco Schetgen (ULB)

Dr. Luc Lefèbvre (SSMG)

Dr. Pierre Drielsma (Maisons Médicales)


pdfUitgebreid voorstel Assisteo721.95 KB