Hoewel AI nog erg vaak wordt geassocieerd met specialistische en ziekenhuisgeneeskunde, tonen huisartsen ook steeds meer belangstelling. Dat blijkt uit de ‘Barometer van AI-implementatie bij huisartsen in België’, uitgevoerd door de Universiteit van Bergen, Medi-Sfeer en AI4Belgium. De resultaten van de enquête tonen de verwachtingen, kansen, uitdagingen en zorgen van Belgische huisartsen ten aanzien van artificiële intelligentie.
Uit de barometer blijkt dat de belangstelling van huisartsen voor AI toeneemt. Interesse bij Nederlandstalige artsen (51,6%) is significant hoger dan bij Franstalige artsen (29,16%), zonder verschil in praktijksetting of leeftijd. Met een mediaan-score van 58/100 zijn de respondenten over het algemeen positief over de intrede van AI, maar er blijkt verdeeldheid over het belang ervan voor huisartsen en de impact op de huisartsenpraktijk in de komende vijf jaar. Respondenten zijn het grotendeels eens over de de mogelijke voordelen; een grotere snelheid en betrouwbaarheid van de besluitvorming (76,6%), een kleiner foutenrisico (76,6%) en mogelijkheden voor een meer gepersonaliseerde patiëntenzorg (63,9%). Specifiek geven huisartsen de voorkeur aan ontwikkeling van AI ter ondersteuning van de analyse en interpretatie van onderzoeksresultaten (88,6%), de ontwikkeling van preventieve en diagnostische acties (88,1%) en follow-up en monitoring van patiënten op afstand (76,2%). Ook wordt verwacht dat AI veranderingen teweeg zal brengen voor de dagelijkse praktijk van huisartsen, met name door een andere organisatie van het werk en een andere taakverdeling (80%), door een gemakkelijker beheer van werkstromen en roosters (80%) en door een verandering van zorgpaden en protocollen (76,6%).
Naast deze opportuniteiten en meerwaarde, zien huisartsen ook eventuele risico's, zoals het verlies van sociale banden en de ontmenselijking van het werk (67,8%), het opduiken van nieuwe psychosociale risico's (63,9%) en de afname van de belangstelling voor het werk (50,2%).
Verder onderzoek is nodig om het begrip van de verwachtingen en behoeften van huisartsen met betrekking tot AI te verdiepen en om oplossingen op maat te ontwikkelen die tegemoetkomen aan de specifieke noden van de sector.
Interpretatie Domus Medica
Hoewel de belangstelling voor AI stijgt en het geloof in de mogelijkheden ervan groot is, valt op dat de bevraagde huisartsen weinig impact verwachten op de huisartsengeneeskunde binnen een termijn van vijf jaar. Nochtans lijkt het gebruik van AI zeker ook op kortere termijn ingang te kunnen vinden:
- Door te evolueren naar geïntegreerde medische dossiers, aangevuld met persoonlijke data van wearables en apps, familiale data, gegevens over de context (vb. milieu), etc. ontstaan zeer grote datasets waar ondersteuning door AI kan helpen om voor verschillende types van zorgverleners die info in de verf te zetten die relevant is, of bij een bepaalde problematiek die zaken te highlighten die de arts kunnen helpen om een juiste diagnose te stellen, te wijzen op eventuele medicatie interacties, therapeutische suggesties te geven, etc.
- Ontwikkeling van een AI zoekmotor om meer efficiënt de juiste evidence te vinden rond een specifiek topic en meer relevante zoekresultaten aan te bieden (EBPracticenet).
- Mogelijk maken van onderzoeken in de huisartsenpraktijk die vandaag enkel in de tweedelijn worden uitgevoerd, dankzij bijvoorbeeld apps voor huidonderzoek, algoritmes die retinopathie evalueren, etc.
Op langere termijn lijkt het voorspellend vermogen van AI zeer beloftevol: analyse van grote datasets, beeldmateriaal, etc. om te voorspellen welke behandeling voor welke patiënt de hoogste succeskans heeft. Rekening houdend met de genoemde bezorgdheden, zal Domus Medica een vinger aan de pols houden van de AI-ontwikkelingen. Belangrijk hierbij te benadrukken dat AI niet de taken van de huisarts moet overnemen, maar de juiste zaken filteren en onder de aandacht brengen, waardoor de huisarts ‘beter onderbouwd’ beslissingen kan nemen.