Hervormingsvoorstel Vandenbroucke zorgt voor onrust: Domus Medica schept duidelijkheid

Aanvulling 12/06/2025 18:37:
Tijdens het overleg met de minister en de artsensyndicaten van 12/6 is het voorstel tot hervormingswet besproken. De anderen zijn de aanpak van AADM, namelijk kritisch, constructief, en genuanceerd gevolgd. Ook zij geven nu aan dat constructief overleg dé manier is om met de voorstellen om te gaan. De minister heeft aangegeven dat er meer ruimte voor overleg is als het overleg constructief kan verlopen. Er is ruimte voor de opmerkingen en bedenkingen van de artsensyndicaten, en aan hen werd gevraagd om deze over te maken voor het Verzekeringscomité van 23 juni.

Vorige week berichtte verschillende media over het voorstel tot hervormingswet van minister Vandenbroucke. De opvallende en soms scherp geformuleerde koppen wekten begrijpelijkerwijs onrust, wat leidde tot verwarring en frustratie bij veel artsen op het terrein. We begrijpen die bezorgdheid en nemen ze ernstig.

De aanleiding voor deze berichtgeving was een infosessie van de minister waar alle zorgverleners aanwezig waren, waarin hij toelichting gaf bij het hervormingsvoorstel. Dit voorstel bevat een aantal maatregelen die al in het regeerakkoord aangekondigd waren, en die nu worden geconcretiseerd in beleid.

Om helderheid te scheppen, zet Domus Medica de feiten op een rij om artsen de kans te geven zich een genuanceerde en goed geïnformeerde mening te vormen. Aansluitend lichten we toe hoe de Alliantie Artsenbelang – Domus Medica (AADM) tegenover het voorstel staat, want het is AADM die de onderhandelingen moet voeren aan de beleidstafel.

Lees hier integrale tekst van de hervormingswet.

Wat ligt op tafel? Wat is belangrijk voor de (huis)arts?

Alvorens dieper in te gaan op het hervormingsvoorstel is het belangrijk om te weten dat het momenteel gaat om een ontwerp van wettekst. Er is dus nog niets definitief beslist. Na feedback van de zorgverleners, volgt er nog een verdere bespreking binnen de regering.

Het hervormingsvoorstel heeft bovendien betrekking op alle zorgverleners, niet enkel op artsen. Alle beroepsgroepen, artsen inbegrepen, zijn uitgenodigd om vóór het Verzekeringscomité van 23 juni hun opmerkingen en suggesties over de ontwerptekst te bezorgen. In wat volgt zet Domus Medica de krachtlijnen van het voorstel op een rij.

Conventiemodel

Een groot discussiepunt is de hervorming van het conventiesysteem, en in het bijzonder de regels rond supplementen. In een vernieuwd conventiesysteem zouden maximumtarieven gelden voor de supplementen die niet-geconventioneerde artsen mogen aanrekenen aan patiënten: 125% van het ereloon voor opgenomen patiënten (opname in dagziekenhuis of klassieke ziekenhuisopname) en 25% voor andere patiënten. Het vernieuwde conventiesysteem zou pas ingaan vanaf 2028.

Belangrijk is dat deze wijziging niet op zichzelf staat. Ze maakt deel uit van bredere hervormingen, zoals de hervorming van de nomenclatuur en de hervorming van de ziekenhuisfinanciering. Focussen op één element van deze hervormingen en de andere buiten beschouwing laten, geeft dus een onvolledig beeld.

Niet alle onderdelen van het voorstel kregen evenveel aandacht in de media. Zo bevat het hervormingsvoorstel ook elementen die artsen meer flexibiliteit kunnen geven.
Zo zou een systeem van ‘richttarieven’ worden ingevoerd, waardoor geconventioneerde artsen in bepaalde gevallen mogen afwijken van de officiële tarieven. Bijvoorbeeld: bij innovatieve zorgvormen die nog niet in de bestaande tarieven zijn opgenomen of bij verouderde tarieven die niet meer in verhouding zijn tot de werkelijke kost of inzet.

Dit systeem biedt dus een kader om op een meer realistische manier te kunnen omgaan met uitzonderingen binnen de conventie. Ook geconventioneerde tandartsen krijgen deze mogelijkheid.

Om conventionering aantrekkelijker te maken en deconventionering te ontmoedigen,  zouden enkel geconventioneerde artsen nog recht hebben op premies, zoals de telematicapremie en de geïntegreerde praktijkpremie. De bestaande wettelijke beperkingen op supplementen blijven behouden, maar worden niet verder uitgebreid.

In het voorstel wordt het conventiemodel voor alle zorgverleners hervormd, wat illustreert dat deze hervorming niet enkel voor artsen is, maar voor alle zorgverleners. Vandaag bestaan er aanzienlijke verschillen in hoe overeenkomsten tot stand komen tussen de overheid en de verschillende zorgberoepen. Zo zijn de procedures voor artsen en tandartsen anders dan die voor bijvoorbeeld kinesitherapeuten, logopedisten of vroedvrouwen. Dat leidt tot veel onduidelijkheid en maakt het overlegmodel nodeloos complex. Met deze hervorming wil men komen tot een meer uniform en transparant systeem voor alle zorgberoepen.

Tot slot bevat het voorstel ook een bepaling waarbij een klein deel van de financiering van representatieve beroepsorganisaties gekoppeld wordt aan de conventiegraad van hun beroepsgroep. Dit geldt niet alleen voor artsensyndicaten, maar voor alle representatieve organisaties van zorgverleners. Een regeling die voor sommige zorgberoepen al bestaat.

De praktische uitwerking van deze maatregel ligt nog niet vast, waardoor de budgettaire impact voor artsensyndicaten op dit moment nog onduidelijk is. Het idee dat syndicaten hun financiering zouden verliezen, is voorbarig.

Handhaving

In de media werd bericht dat artsen die ‘te duur’ zijn, hun RIZIV-nummer kunnen verliezen. Die bewering klopt niet en komt niet overeen met wat er in het voorstel staat.

Wat wel in de ontwerptekst staat, is een strengere aanpak van herhaalde en hardnekkige fraude door zorgverleners. Vandaag is de voornaamste sanctie vaak beperkt tot een administratieve geldboete. Bij ernstige fraudegevallen zou een boete vervangen kunnen worden door een (tijdelijke) schorsing van het RIZIV-nummer van de betrokken zorgverlener.

Een concreet voorbeeld: wanneer de Federale Toezichtscommissie beslist om een tijdelijke of definitief beroepsverbod op te leggen, zou het RIZIV-nummer automatisch geschorst worden. Belangrijk om te benadrukken is dat zo’n maatregel niets te maken heeft met het ‘te duur zijn’ van een arts, maar wel met ernstige inbreuken, bijvoorbeeld wanneer een arts een objectief vastgesteld risico vormt voor de patiëntveiligheid.

Ook de ziekenfondsen worden in dit voorstel geresponsabiliseerd. Een groter deel van hun financiering zal afhangen van behaalde resultaten. Als ze geen goede resultaten kunnen voorleggen, zullen ze minder middelen ontvangen.

Overlegmodel

Het voorstel bevat ook een aantal bepalingen over het overlegmodel tussen zorgverleners en de overheid. Het doel hiervan is om het huidige systeem duidelijker en eenvoudiger te maken, en om reeds bestaande praktijken nu ook wettelijk te verankeren.

Een voorbeeld: als het Verzekeringscomité in consensus een aanpassing doet aan een voorstel dat al op tafel ligt, dan hoeft het hele besluitvormingsproces volgens dit wetsvoorstel niet opnieuw van nul te beginnen. Dit maakt het beslissingsproces efficiënter en minder tijdrovend.

Er werd daarnaast in de media gesuggereerd dat het voorstel de spelregels van het overlegmodel fundamenteel zou wijzigen, en dat bijvoorbeeld de vereiste meerderheid om beslissingen te nemen in de commissies aangepast zou worden. Dat klopt niet. Het huidige systeem – inclusief de manier waarop besluiten genomen worden en welke meerderheid daarvoor nodig is – blijft volledig behouden. Het voorstel bundelt enkel bestaande bepalingen in een duidelijker geheel.

Digitalisering

Het voorstel bevat ook bepalingen over de verdere digitalisering van de zorg, waaronder de verplichte elektronische facturatie voor alle zorgverleners. Concreet is het de bedoeling dat vanaf 1 januari 2029 alle zorgverleners onder andere over de nodige systemen beschikken om elektronisch te factureren. Vanaf 1 januari 2030 zou die elektronische facturatie en verdere digitalisering verplicht worden. Uitzonderingen blijven mogelijk, bijvoorbeeld om rekening te houden met specifieke situaties of beperkingen. Voor sommige zorgberoepen treedt de verplichting tot elektronische facturatie eerder in werking. Zo zullen artsen verplicht zijn om van 1 september 2025 elektronisch te factureren.

Tabak

Daarnaast bevat het voorstel maatregelen om roken en het gebruik van vapes terug te dringen met als doelstelling een rookvrije generatie tegen 2040. Een van de concrete voorstellen is het uitbreiden van het rookverbod naar terrassen en het verbieden van rookkamers in publiek toegankelijke instellingen, met enkele beperkte uitzonderingen.

Wat vindt AADM?

De Alliantie Artsenbelang – Domus Medica (AADM) gaat in gesprek met de minister over het voorstel van de hervormingswet, en zet de bespreking voort op het Verzekeringscomité van 23 juni. We begrijpen dat dit voorstel tot veel bezorgdheid en onrust heeft geleid, net daarom vinden we het belangrijk om de kernpunten van het voorstel helder toe te lichten.

Uit ervaring weten we dat evenwichtige akkoorden die ten goede komen van de arts én de patiënt enkel tot stand komen via overleg aan tafel, in een sereen debat, waar er ruimte is voor nuance. Discussies voeren via de media, op basis van emotie en onvolledige of fout geïnterpreteerde informatie, helpt zelden om écht iets in beweging te krijgen. Daarnaast bemoeilijken ze gesprekken aan tafel, waar de uiteindelijke beslissingen genomen moeten worden.

AADM kijkt kritisch en constructief naar het voorstel. We erkennen dat er nood is aan hervormingen in het gezondheidszorgsysteem, en we waarderen dat die noodzaak nu wordt omgezet in politieke actie. Tegelijk vinden we het essentieel dat deze hervormingen worden ingebed in een breder traject – zoals de herziening van de nomenclatuur, de ziekenhuisfinanciering en de versterking van de eerste lijn.

Dr. Maaike Van Overloop (Voorzitter ad interim Domus Medica – Mandataris AADM): “De flexibiliteit die in dit voorstel voorzien is voor geconventioneerde artsen, is een vorm van erkenning voor hun engagement in het waarborgen van toegankelijke zorg. Tegelijk moeten we als artsen ook erkennen dat we in een periode van toenemende budgettaire druk zitten. In zo’n context is het onvermijdelijk dat er grenzen gesteld worden. Elke zorgverlener wordt mee verantwoordelijk gemaakt om de zorg betaalbaar én toegankelijk te houden. Juist in moeilijke tijden moeten we samen zoeken naar manieren om solidariteit in ons zorgsysteem te blijven garanderen.
Tegelijk is het voor ons duidelijk dat deze hervorming alleen uitvoerbaar is als ze ingebed is in een breed, samenhangend geheel. De hervorming van het conventiemodel kan niet los worden gezien van fundamentele hervormingen aan zowel de nomenclatuur als de ziekenhuisfinanciering. Die hervormingen zijn geen randvoorwaarden, maar absolute noodzakelijke onderdelen van een evenwichtig en toekomstgericht gezondheidszorgbeleid. Net daarom wil AADM haar stem laten horen en onze voet tussen de deur houden: om ervoor te zorgen dat het geheel werkbaar, rechtvaardig en gedragen blijft – voor artsen én patiënten.”

Onze inzet is duidelijk: we willen ervoor zorgen dat deze hervormingen werkbaar, eerlijk en toekomstgericht zijn, met respect voor de rol van de (huis)arts en andere zorgverleners in het zorgsysteem.

Heb je vragen of nood aan verdere toelichting? Neem contact op via info@aadm.be.