Gezondheidsconferentie Suïcidepreventie - 17 december 2011

16 nov 2011

Zelfdoding is een belangrijk gezondheidsprobleem. Als huisarts wordt u uitgenodigd mee vorm te geven aan de Vlaamse suïcidepreventie door deel te nemen aan de Gezondheidsconferentie Suïcidepreventie op 17 december.

Vlaanderen telt duizend zelfdodingen per jaar of drie zelfdodingen per dag. België scoort beduidend hoger dan het gemiddelde op wereldniveau. In West-Europa telt alleen Finland meer zelfdodingen. Zelfdoding is een belangrijk gezondheidsprobleem. De Vlaamse overheid wil dan ook investeren in het voorkomen ervan. Minister Jo Vandeurzen organiseert op 17 december 2011 de tweede Gezondheidsconferentie Suïcidepreventie. Een gezondheidsdoelstelling over zelfdoding en een aantal preventiestrategieën worden er voorgesteld. Die strategieën vormen de basis voor een nieuw Vlaams actieplan Suïcidepreventie.

Een multifactorieel probleem

Suïcidaal gedrag is een proces van een eerste gedachte naar meer concrete plannen tot het uitvoeren van de daad. Het is een erg complex en multifactorieel probleem. Suïcidaal gedrag kan gezien worden als het resultaat van een biologische en/of psychologische voorbeschiktheid, uitlokkende toestandsgebonden factoren (zoals sociale stressoren en psychiatrische factoren) en het ontbreken van beschermende factoren.
Een goede preventiestrategie houdt rekening met de veelheid aan factoren en is gericht op het versterken van beschermende factoren en het verminderen van (de impact) van risicofactoren.

De huisarts en suïcidepreventie

Huisartsen spelen een belangrijke rol in de preventie van zelfdoding. Meer dan de helft van de mensen die zelfdoding pleegt of een poging onderneemt, consulteert een huisarts in de maand voor de feiten. De suïcide-intentie wordt echter zelden expliciet aan de huisarts gecommuniceerd.

Eén van de efficiëntste preventiestrategieën voor depressie en zelfdoding is het bevorderen van de deskundigheid van intermediairen en sleutelfiguren in de samenleving die in contact komen met suïcidale personen, zoals huisartsen, verpleegkundigen, apothekers en politieagenten. Deze strategie maakte al deel uit van het vorige Vlaams actieplan en zal ook binnen het nieuwe actieplan een rol spelen. Onderzoek onder mensen die op het punt stonden om zelfdoding te plegen, toont immers aan dat ze vaak beslisten het niet te doen na een begripvol gesprek met een vrijwilliger, vertrouwenspersoon, familielid of hulpverlener.
Op het terugkoppelingsmoment in Antwerpen werd een oproep gedaan suïcidepreventie in te bouwen in de basisopleiding van intermediairen. Dit gebeurt nog te weinig, waardoor suïcide vaak een thema is dat hulpverleners beangstigt.

De leefomgeving meer suïcideveilig maken is ook een efficiënte strategie waartoe de huisarts kan bijdragen. Hij kan de toegang tot suïcidemiddelen beperken door veilig voor te schrijven.

Risicogroepen

De huisarts dient oog te hebben voor signalen bij risicogroepen en kwetsbare personen, zoals personen met een psychiatrische stoornis, mensen in de omgeving van suïcidale personen, oudere mannen, jonge meisjes, gedetineerden, kansarmen, holebi's en transgenders, nabestaanden en mensen die al een suïcidepoging ondernamen.

Nabestaanden die achterblijven na de zelfdoding van een dierbare lopen meer risico op suïcidaal gedrag. Wie op het werk een collega verliest door zelfdoding loopt driemaal meer kans te sterven door zelfdoding. Nabestaanden die in hun familiekring iemand verloren, lopen tot achtmaal meer kans. Voor wie zijn of haar partner verliest door zelfdoding stijgt het risico met factor 46 voor mannen en factor 16 voor vrouwen.

Patiënten die in het verleden een suïcidepoging ondernamen, vormen de belangrijkste risicogroep. De kans dat iemand die al een poging achter de rug heeft, effectief suïcide pleegt, is 150 maal groter dan in de algemene bevolking. De helft van de zelfdodingen wordt voorafgegaan door een poging tot zelfdoding. In 2009 werden in Vlaanderen ongeveer 10. 300 suïcidepogingen aangemeld via spoedopnamediensten, wat neerkomt op ongeveer 28 suïcidepogingen per dag. Jonge meisjes zijn een belangrijke risicogroep voor suïcidepogingen.

Een multidisciplinaire richtlijn

Er is nog te weinig sprake van een suïcidespecifiek beleid in psychiatrische ziekenhuizen en daarbuiten. Daarom zal in het nieuwe actieplan ingezet worden op een multidisciplinaire richtlijn, zodat hulpverleners weten hoe te handelen bij een suïcidale cliënt. Bij deze richtlijn zal ook aandacht besteed worden aan ketenzorg en de afstemming tussen verschillende disciplines en instanties.

Via het concept 'vermaatschappelijking van de zorg' wordt ook duidelijk dat het een verantwoordelijkheid is van de hele samenleving om mensen met geestelijke gezondheidsproblemen te ondersteunen. Wetende dat 5% van de zelfdodingen in een residentiële setting gebeurt, kunnen we stellen dat opname van suïcidale personen niet zaligmakend is.

Denk mee na over suïcidepreventie!
17 december 2011, Brussel
Inschrijven en programma: www.gezondheidsconferentie-suicidepreventie.be