Het MEMO+ project, een samenwerking tussen Sciensano en het Instituut voor Tropische Geneeskunde, richt zich op het monitoren van exotische muggen in België, met een specifieke focus op de tijgermug (Aedes albopictus). Deze mug vormt een potentiële bedreiging voor de volksgezondheid omdat ze verschillende virussen kan overdragen, zoals chikungunya, dengue en zika. Op de website van Sciensano verscheen nu het rapport over de monitoring van 2024.
In 2024 werden meer dan 1100 meldingen van potentiële tijgermuggen ontvangen via het citizen science platform MuggenSurveillance, waarvan 47 meldingen daadwerkelijk tijgermuggen waren. De meldingen kwamen uit 21 verschillende locaties, voornamelijk in Vlaanderen, maar ook in Wallonië en Brussel. Twaalf van deze locaties waren nieuw. Op 13 locaties werden inspecties uitgevoerd, waarbij op 9 locaties eitjes, larven en/of volwassen tijgermuggen werden aangetroffen.
De tijgermug heeft overwinterd op locaties in Ath, Kessel-Lo en Puurs-Sint-Amands. In 2023 werd overwintering al vastgesteld in Wilrijk en Lebbeke. Andere exotische muggen, zoals Aedes japonicus en Aedes koreicus, werden ook gemeld.
Het MEMO+ project maakt gebruik van zowel passieve als actieve surveillance. Passieve surveillance is gebaseerd op meldingen van burgers via het MuggenSurveillance platform, terwijl actieve surveillance bestaat uit inspecties na positieve meldingen, beoordeling van overwintering en longitudinale monitoring.
De resultaten van de afgelopen drie jaar tonen aan dat de tijgermug steeds vaker België binnenkomt en zich begint te vestigen. De betrokkenheid van het publiek en lokale autoriteiten is essentieel om de situatie goed te volgen en te beheersen. Het is essentieel om het bewustzijn te vergroten en de bevolking aan te moedigen om waarnemingen te melden en broedplaatsen te voorkomen. Het grote aantal meldingen van burgers is bemoedigend.
Wim Torbeyns