Eén jaar lokale contact- en bronopsporing: de eerste lijn staat er!

23 sep 2021

Na 1 jaar lokale contact- en bronopsporing brachten Domus Medica en VIVEL op zaterdag 18 september een 60tal medewerkers van de covid-19-teams samen om de werking te evalueren.

Het Agentschap Zorg & Gezondheid gaf in 2020 de zorgraden van de 60 eerstelijnszones de opdracht  om lokale besturen bij te staan in het beheersen van lokale uitbraken van COVID-19. Daarvoor stelden ze een COVID-19-team samen, met daarin een medische expert (mspoc genoemd) en een teamleader. De medische expert, aangesteld via de huisartsenkring, kon samen met de zorgraad gericht acties inplannen om de infecties in de eerstelijnszone in te dijken, complementair aan de lokale contact- en bronopsporing. Zo is het mogelijk om veel sneller in actie te komen bij covid-19-uitbraken. In de zomer van 2020 bleek immers de grote nood aan extra lokale ondersteuning bij clusters van COVID-19-uitbraken.

Alle deelnemers zijn het eens om contactopsporing ook in de toekomst lokaal te organiseren. De lokale aanpak gaat niet alleen veel sneller, maar wekt ook veel meer vertrouwen op bij de gecontacteerde burgers, die ook op maat kunnen begeleid worden.

Een voorbeeld. Bij uitbraken in scholen kon het CLB via de gemeente, de mspoc en teamleader heel snel maatregelen nemen, zodat 2 tot 3 dagen gewonnen werden t.o.v. de centrale contactopsporing. Deze snelle, lokale aanpak voorkwam dat extra klassen in quarantaine moesten geplaatst worden. 

Een mspoc getuigt: “Dankzij deze lokale contactopsporing hebben lokale besturen, eerstelijnszones en huisartsenkringen een unieke samenwerking opgezet op het veld. Door onze wekelijkse meeting met de noodplancoördinatoren was de brug tussen de verschillende echelons vlug gelegd. Men had vertrouwen in onze medische expertise en dankzij de goede ondersteuning van lokale ambtenaren en teamleader kon men de burger persoonlijker benaderen en begeleiden.”

Tijdens de workshops was eenzelfde geluid te horen: “De lokale contactopsporing heeft de vertrouwensbasis gecreëerd die daarna ook gebruikt is voor de vaccinatiecentra. De neuzen stonden al in dezelfde richting.”

Iedereen is het er over eens dat deze succesvolle samenwerking verder moet lopen door afvaardiging van eerstelijnszones en huisartsenkringen in gemeentelijke crisisstructuren. Het momentum is er. Laten we dit nu in een toekomstmodel installeren, zodat we bij volgende crisissen heel snel kunnen ingrijpen.

Hier benadrukt men ook het belang van populatiemanagement. Uiteraard in verband met infectieziekten en strategieën om te vaccineren, maar ook voor andere thema’s. Denken we aan de werksituatie van patiënten, aan lokale (historische) vervuilingshaarden die hun impact hebben op de omwonenden. Een specifieke opleiding voor ‘populatiemanagers’ in huisartsenkringen of eerstelijnszones zou een goede zaak zijn. Dan is er een lokaal aanspreekpunt en degelijke onderbouwing om met lokaal vertaalde databanken aan de slag te gaan.

Regelmatig overleg en samenwerking tussen huisartsenkringen, eerstelijnszones en gemeenten kan de gezondheid van de burger alleen maar ten goede komen. Het ‘gewicht’ van huisartsen op een lokaal gezondheidsbeleid komt momenteel soms nog te weinig aan bod: groene zones, omgevingslawaai, snelheid van gemotoriseerd verkeer, luchtvervuiling, … Hoe vertaal je centrale beleidsmaatregelen lokaal en hoe ga je er lokaal mee aan de slag? Meer dan ooit weten huisartsen dit. Ze zitten immers op het snijpunt van preventie, curatie, welzijn en gezondheid.

Directe telefoonlijnen naar sleutelfiguren zijn een goede invalshoek om als huisartsen mee te wegen op het beleid en meteen de verantwoordelijke aan de lijn te hebben. Ook in omgekeerde richting kan dat een troef zijn. Ook de toewijzing van lokale ‘field agents’ werd zeer positief onthaald.

De mspoc’s en teamleaders zien allemaal heel wat positieve effecten van dit project en iedereen kan direct good practices opsommen: lokale dijken tegen het virus. Tegelijkertijd is men best ook moe, want het is intensief werken geweest. Heel wat regio’s installeerden naast de mspoc, lokale liaison-artsen (per gemeente). Zo kon het werk voor de mspoc en teamleader toch iets beheersbaarder blijven. Dergelijk systeem met een centrale mspoc, omringd door liaison-artsen, zou een blijver moeten zijn.

Hoe moet het nu verder? Voorlopig loopt de financiering tot oktober, maar wat erna?

Er is nood aan een aflijning van bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen het Agentschap Zorg & Gezondheid, gemeentebestuur, lokale administratie, eerstelijnszone, huisartsenkring, mspoc, en andere partners.

Voor de mspoc pleiten we voor een statuut vergelijkbaar met dat van een Coördinerend Raadgevend Arts (CRA) in een woonzorgcentrum. Er is een ondersteunend personeelskader nodig, relevante opleiding en een solide financiële ondersteuning op lange termijn. Ook duidelijke, niet steeds wijzigende richtlijnen, kunnen rust en duidelijkheid brengen.

De mspoc en liaison-artsen zijn in de toekomst als het ware referentieartsen, een contactpunt voor collega’s, andere zorgberoepen, lokale besturen.

De opvang van de coronacrisis heeft dus een potentieel gecreëerd van ervaring, deskundigheid, en netwerking. We mogen dit niet verliezen, maar hierop verder bouwen, want een sterke lokale eerste lijn is meer dan ooit nodig.

Gert Merckx
Domus Medica
Expertisedomeinverantwoordelijke Kringen