Vlaamse decanen tegen het afschaffen contingentering huisartsen en sommige specialisten

De Vlaamse decanen Geneeskunde gaan niet akkoord met het voorstel tot gedeeltelijke opheffing van de contingentering, zoals door minister Onkelinx tijdens de ministerraad van 6/12/2013 geformuleerd. Er kan niet afgestapt worden van het contingent.
De decanen willen in dat verband ook het standpunt van de vertegenwoordigers van het Vlaams Geneeskundig Studentenoverleg volledig bijtreden en ondersteunen: terecht wijzen de studenten erop dat de voorgestelde regeling tot 2 categorieën artsen zal leiden.
Er moet eerder een oplossing gezocht worden voor de 'overproductie' aan artsen in het Franstalige deel van het land, waar men zich tijdens de voorbije jaren niet aan het wettelijk voorgeschreven contingent heeft gehouden: meer bepaald betekent dit, rekening houdend met de verschillen met Vlaanderen, voor het Franstalige contingent tussen nu en 2018 een beperking met een 800-tal eenheden. Het Franstalige probleem van overtallige studenten moet niet door de Vlaamse universiteiten worden bijgestuurd, noch gecompenseerd.

Het systeem met de voorgestelde minima zal niet werken, als men de betrokken specialiteiten, inclusief de huisartsgeneeskunde, niet aantrekkelijk maakt. Voor de valorisering van de huisartsgeneeskunde betekent dit een inschrijving van elke patiënt bij een huisartspraktijk en de facilitatie van een trapsgewijs gebruik van de gezondheidszorg. Voor de urgentiegeneeskunde was de nieuwe en aanzienlijk gereduceerde financiering een slecht signaal qua aantrekkelijkheid. Het creëren van meer (virtuele) 'ruimte' door het openzetten van het contingent zal daarentegen niets oplossen. Bovendien houdt men geen rekening met een nijpend tekort aan stageplaatsen, dat dan zou ontstaan.
Er moet binnen de opleidingen geneeskunde een actief beleid gevoerd worden om de specifieke tekorten op te vangen. Dit veronderstelt ondermeer dat er vanuit de planningscommissie correcte informatie wordt aangeleverd omtrent de toekomstige noden voor de verschillende disciplines.

Het loslaten van de contingentering voor een aantal disciplines, riskeert bovendien een debat uit te lokken over de afschaffing van het toelatingsexamen, hetgeen gezien de beperkingen van het nieuwe 6 jarige curriculum een zeer slechte zaak zou zijn, en hetgeen ons kan leiden tot toestanden zoals in het Franstalige deel van het land, waar men in een universiteit tot 1200 studenten in het eerste jaar geneeskunde kan hebben. Het spreekt voor zich dat dit een kwaliteitsvolle opleiding onmogelijk maakt. Het behoud van de toelatingsproef is dus absoluut noodzakelijk. Vanzelfsprekend moet eenzelfde instroombeperking ook worden ingevoerd in Franstalig België.

Om alle deze redenen zijn de Vlaamse decanen unaniem van mening dat het huidige ontwerp van Koninklijk Besluit dient te worden ingetrokken.

Prof. Dr. Alain Dupont, decaan Faculteit geneeskunde en farmacie VUB 
Prof. Dr. Jan Goffin, decaan Faculteit geneeskunde, KU Leuven
Prof. Dr. Piet Stinissen, decaan Faculteit geneeskunde en levenswetenschappen, UHasselt
Prof. Dr. Guy Vanderstraeten,decaan Faculteit geneeskunde en Gezondheidswetenschappen,UGent.
Prof. Dr. Paul Van Royen, decaan Faculteit geneeskunde en gezondheidswetenschappen, Universiteit Antwerpen